Langzaam kruipt de toekomst
al naar mij toe.
De werk-planning van het schoonmaken loopt vooruit
en even zit ik met mijn handen in het haar.
Ik wil niet dichtgeslibd worden met sop wanneer het leven begint.
Ik wil niet nadenken over wanneer vrij te vragen,
ik wil vrij zijn de fiets te pakken of de wind te volgen.
Als de lente komt
Als de lente komt
kijk ik uit naar ontluikend
groen.
Door de blauwe luchten zal ik willen fietsen
de vogels volgen in hun
dans.
De zachte bloesemgeur
we maken een welriekende bloemenkrans.
Met een mandje vol heerlijks uit de natuur
strijk ik neer op een kleedje in het gras.
Tekengerei, spelletjes, een vrolijk deuntje.
Met een grassprietje in onze mond staren we naar de lucht.
Ik kijk ernaar uit buiten
te slapen, buiten te koken
tuinen te bezoeken,
mensen te ontmoeten,
nieuwe paadjes te volgen.
Wie weet bruist er energie
voor een theatermaak-week met een groep vol mooie zielen.
Wie weet slaapt er een Couchsurfer
hier in ons onderkomen,
help ik mee in de tuin, speel ik met de kinderen of help ik met huiswerk.
Ik kijk uit naar de tijdloosheid.
Waar de dagen geen naam kennen.
De zon opkomt en ook weer ondergaat.
De zee die naar mij knipoogt
en de golven die lachen.
Vredesvlaggen waaien als ik de deur achter mij dichtsla.
Vertrouwen op zak het open
veld tegemoet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten