vrijdag 15 november 2024

We komen bijeen om de leer van de Cursus in wonderen samen te bestuderen. 
Er worden teksten uit het dikke blauwe boek voorgelezen. 
Er worden vragen gesteld en bediscussieerd, wat die zinsconstructies nou precies inhouden. 
Wanneer we het even onduidelijk is, kijkt iedereen in zijn boek om het antwoord te kunnen vinden. 
Bij het aanzicht daarvan moet ik even lachen. 
De antwoorden zitten overal. 
Voor mij even niet in het boek. 
We zijn bij elkaar en we zijn ons ergens bewust in wat voor spel we met het ego zijn verweven. Dat gegeven brengt mogelijkheden met zich mee van het kunnen oefenen.
Want, we zijn elkaars spiegel. Durven we elkaar zo ook te ' gebruiken', om onze eigen lessen te leren?
Durven we in elkaars ogen te kijken en daarmee naar binnen in onszelf?


Even komt het idee in mij naar boven om onze vooroordelen naar elkaar toe te delen. 
Vooroordelen steken binnen no-time de kop op. Ze komen vanuit het ego die zichzelf veilig wil stellen. Zodra de vooroordelen boven de grond steken, kan je ze vastpakken en naast je neerleggen. Je hoeft ze niet te geloven. Wel kun je ze tot je pakken om te zien wat ze je willen zeggen. Welk oordeel heb je (onbewust) over jezelf?

Dit idee voelde in het moment te radicaal. Het zou ego's in zoverre kunnen kwetsen dat het bewustzijn op de vlucht gaat / de liefde niet gedragen kan worden- de stilte vervlogen is. Toch, zie ik de mogelijkheid mijn les te leren en deel ik mijn vooroordelen hier in zijn ongepolijste rauwheid. 

 -

Haar vind ik een wijsneus. Met haar smalle gezicht, brilletje en kranige ogen. Iemand die wil laten zien hoe goed ze op de hoogte is van alles: slim, belezen, bewust. Hoe harder ze haar best doet, hoe minder geloofwaardig het wordt. Ze spant zich in voor het hooghouden van een illusie. Ze is niet beter dan de rest. Hoe dom van haar om zich zo te gedragen.

Zij is mijn spiegel. Mijn oordeel naar haar is mijn oordeel naar mezelf.
:ik vind mezelf een wijsneus. Iemand die veel te veel haar best doet om haar goedheid te bewijzen. Want, diep van binnen denk ik dat ik dom/onbewust ben. Door mijn opgedane kennis te delen, probeer ik mijn slimheid te bewijzen- soms door iemand daarmee te slim af te willen zijn/het beter te weten. Zo voelt het ego zich veilig. Ik vind het maar dom dat ik mij zo laat leiden door het ego en mij daarmee zo gedraag.
-Wat valt er werkelijk te bewijzen? Wat is slimheid? Wat is kennis?
>Kan ik dankbaarheid voelen voor alles wat wordt gedeeld?
Alle woorden zijn als een geschenk die ik tot mij mag nemen. Zo mag ik ook mijn geschenken geven aan een ander vanuit de liefde van het delen in heelheid.
-

Haar vind ik een ontkenner. Haar ogen staan op zo’n manier naar binnen gekeerd, dat ze niet alles aan willen kijken. Ze durft de waarheid die binnen in haar schuilt niet aan te kijken.
Hij is net zo. Hij durft niet te voelen welke pijntjes er op zijn gekregen label liggen. Een label die hij al bijna heel zijn leven met zich draagt. Hij vindt zichzelf diep van binnen niet goed genoeg, minderwaardig. Zij voelt zich net zo en daarmee voelen ze zich veilig bij elkaar. Samen schuiven ze de oordelen op de ander af. Zij zegt dat het boek dom is, omdat het niet in eenvoudige taal zijn boodschap kan geven. Hij is het er helemaal mee eens. Ze durven hun eigen veroordeelde ‘domheid’ niet aan te kijken. Hoe voelt het om iets niet te begrijpen?


Zij zijn mijn spiegel. Mijn oordeel naar hen is mijn oordeel naar mezelf.
:ik vind mezelf een ontkenner. Iemand die niet durft de waarheid in haarzelf aan te kijken, omdat het te pijnlijk is voor het ego om aan te horen. De ervaring van iets niet kunnen begrijpen wat de rest wel begrijpt, voelt zo stom dat ik ga geloven dat ik stom ben. Het doet pijn om jezelf als stom te ervaren. Met dat geloof komt het geloof dat ik het niet waard ben: dat er een gebrek is. Het idee dat er nog hard moet worden gewerkt voordat ik het waard ben- tot die tijd blijf ik mij de mindere voelen van de ander.
-

Haar ervaar ik als wijs en liefdevol. Rustig en weinig sprekend zit ze aan tafel. Dat wat ze zegt komt uit een kern van reflectie naar haarzelf, gevend naar een ander.

Haar ervaar ik ook als wijs en liefdevol. Ze heeft de kracht van het ideeëngoed ervaren en deelt daarover.

Hem ervaar ik als vrolijk levendig. Hij straalt van kracht en energie. Hij stelt heldere vragen en kan met een heldere analyse vanuit krachtige rust antwoorden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten