Ik ging een rondje lopen
De twee eksters zitten weer op de zandhopen
daar waar we de vorige keer in de schemer van de avond voorbij waren gelopen-
Waren ze echt?
Ze leken te bewegen..
We wisten het niet
Welnu..
Ze zitten er weer
in het ochtendgloren
Stil voor zich uit starend
Stil alsof ze nooit hebben bestaan
Ik maak een
foto van de eksters.
‘Kijk jongens, ze zijn toch niet echt’ wil ik eronder zetten om te versturen.
Ik loop verder en hoor dan plots een Hallo.
Nee, niet een ‘Hallo-goedendag-wat-fijn-dat-u-ook-hier-bent’
Het was meer een ‘Hallo-wat-doet-u-hier?!’
Even opgeschrikt van wat er in de Hallo schuilgaat,
vraag ik of hij mij iets wil vragen.
Ik loop naar hem toe.
Hij vraagt of ik foto’s aan het maken was.
En waarom dan?
Hij wilde net de post uit zijn brievenbus halen en had mij gezien bij het huis met
de eksters op de zandhopen.
Ik legde hem uit wat ik net had gedaan met het verhaal van de nieuwsgierigheid
naar de eksters.
Ah.
Ja ze zijn inderdaad nep, zegt hij.
Ja, zeg ik.
In het oude schoolgebouw hier verderop.
Hij dacht het al.
Hij had mij of iemand anders gezien toen hij als vrijwilliger bij de ‘Oale school’ ernaast bezig was.
Hijzelf woont hier al lang.
Hij vraagt of ik werk.
De vraag leek gevuld te zijn met eenzelfde gevoel als de Hallo-wat-doe-jij-hier-vraag.
Een gevoel dat de open verbinding die er kán zijn, dicht wordt gehouden door de deur die met zijn oordelen maar een kiertje open kan..
Hij vertelt dat de jongeren hier veelal wegtrekken.
Pas als ze oud zijn, komen sommigen terug.
En zij die er zijn, interesseert het vrijwilligerswerk of het zorg dragen voor de oude gemeenschap niks.
Vindt hij ons, ‘jongeren’, maar luie nietsnutten?
Hij mag van alles vinden.
Alles wat hij vindt, vindt hij van zichzelf en is hij bang onder ogen te komen.
Wat mij te doen staat is hem in liefde onder ogen te komen.
Mij vooral niet te laten afschrikken door de oordelen die om de oren vliegen.
De oordelen gaan niet over míj.
Vind hij zichzelf een luie nietsnut en doet hij daarom vrijwilligerswerk om dat te bedekken?
Of voelt het voor hem alsof hij alles alleen moet doen en is dat een zware last op zijn schouders?
Het is niet aan mij deze vragen te beantwoorden.
Enkel in te zien dat liefde alles is, wat er bestaat.
Liefde of een roep óm liefde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten