Hij draagt zijn twee dochters als kleine aapjes onder zijn arm naar de kinderopvang
De meisjes huilen en schreeuwen in koor wanneer hij weggaatHij stapt de geluidstornado uit naar buiten
We strikken onze veters
We rijden naar ons werk
Komen weer thuis
Halen onze oorbellen uit onze oren bij het slapengaan
We praten over de dingen die we gezien of gehoord hebben
We eten wanneer we honger hebben
en drinken als we dorstig zijn
Als hij iets doet we niet leuk vinden,
dan worden we boos.
Als hij iets doet wat juist erg lief is,
maakt ons dat blij
De nacht valt
en de zon komt weer op
Zijn we niet veel anders dan andere dieren
Niet belangrijker of ongewoner
dan wel met een bewustzijn dat denken doet over ‘onszelf’ en onze handelingen
’T kan ons bezwaren
’T kan ons verlichten
- niet onder enige illusie te verdichten -
gaat u in vrijheid
Geen opmerkingen:
Een reactie posten