woensdag 30 oktober 2024

Ze vroeg of ik altijd als invaller werk

Ik zou bij haar gaan schoonmaken omdat haar vaste hulp niet kon

Ik vertel haar hoe & wat
Geef haar wat kaarten die ik in handen heb
Dat ze een beetje weet welk spel ik speel
Maar, ze zal het niet wetenweten
Ze hoort mijn korte samenvatting en vraagt met een veelzeggende blik of ik dan geen geld in de kunst kan verdienen?

Het idee dat je na je opleiding geld gaat verdienen met hetgeen je voor opgeleid bent hangt in de lucht

Ik koos mijn opleiding niet voor het geld
Ik koos het omdat mijn hart er een sprongetje van maakte
Ik wil niet werken óm geld te verdienen
Ik wil bezig zijn met dingen omdat ik er zin van krijg
met het geloof dat het daarmee vanzelf zin gééft aan een ander

Ik wil nog wel meer leren, al spelende op ontdekkingstocht
Student van het leven
De planten, bomen, struiken en bodem roepen mij – met al hun bodemdiertjes
De innerlijke vrijheid en de wijsheid van het lichaam roepen ook
Die wijzen naar de weidsheid van het leven

Op de vensterbank liggen mijn natuurvondsten
de zaadjes van de rozenbottels zijn als kleine door de natuur geslepen edelsteentjes
de zaden van de cherimoya zijn net zo, maar groter, zwaarder en zwart van kleur-
als ik dacht dat ze altijd zo zouden blijven- had ik het mis
langzaam treedt er een verkleuring op naar bruin
de zaaddoosjes in de vorm van een lief klokje liggen in een cirkel en beschermen een blauwe parel
en de plakjes paddenstoel die op een kartonnetje boven de verwarming lagen
zitten nu in een potje
de paddenstoelen-geur hangt nog in de lucht
de natuur is op haar vlucht


dinsdag 29 oktober 2024


Licht ontvlamt zich


de wilgentenen gevlochten


vanuit de grond ontsproten


De parelamaniet lijkt op de panteramaniet. 
De parelamaniet kan je eten. 
De pantheramaniet beter niet. 

Pareltje pareltje pantertje - beide witachtige plakjes op de hoed
Wel, pareltje zoet, een blozertje - kijk maar naar het roze aanslaan op hoed of steel
Of aanweziger, de ring om de parelamaniet; naar benedenhangend verticaal gestreept

Tis dat je het weet

Duikelen ze op, eet ze niet direct op
Leer ze kennen
Spreek ze aan
Misschien komen ze eens naast je staan

woensdag 23 oktober 2024

WERKEN

Een vorm van actief zijn- waarvoor je in ruil, geld ontvangt. 

Wat wil je worden?
Wat vind je leuk om te doen?

Als je later groot bent - zal je je eigen brood moeten verdienen.

-

Wat als het brood al op de plank ligt?
Wat als het geld er al is,
wat doe je met je tijd?



Dat we hele dagen ons blind staren, werken en vergeten dat we NU leven
Dat we alleen in de pauze kunnen uitrusten op deze wonderschone blauwe planeet die ons zoveel geeft
Dat we onszelf in gedachten mateloos beperken

Vergeten?
dat we werkelijk zoveel meer zijn dan we denken te zijn..

Wat als alles gewoon mogelijk is?
Gewoon - altijd alles NU beschikbaar is
Er geen strijd nodig is
Enkel een laten varen
gedragen word je

----
Ben ik nergens aan gebonden
over-al in verbonden
Leeft het leven zich als een droom die lacht
mij teder kietelt en uitdaagt
zacht
samen spelen samen delen
verstoppertje 
wie niet weg is, is gezien

Tante Mien zwaait de kinderen toe
Ravotten om uit te zotten
Tis dat we helemaal niks 'motten'!
De tijd vrij spel

Het spel daarin we leren
pure levenskracht
niemand bedacht
altijd gevoeld
zo bedoeld
Jong en oud
Wel, de innerlijke wereld
daarin ligt het ware goud.






 Hij zei dat zij zei dat de plannen al wel dichterbij waren.


We weten opnieuw niet hoelang we hier kunnen wonen
Binnen een maand kan het gedaan zijn
Buiten een jaar kan het nog steeds leven
Nieuwsberichten spreken over ideeën voor 2026
Wel hij zei dat zij zei dat het misschien al wel eerder is.

We zijn hier net
en de tijd vliegt
dat er al drie weken voorbij zijn.
Nu het net begint te voelen dat we geland zijn-
dat we onze kamers eigen gemaakt hebben-
draagt de tijd haar vleugels.

Hij had vandaag een sollicitatiegesprek
Zij onderweg een contract te tekenen en
ik heb mijn eerste twee werk-avonden erop zitten.

Hij was vandaag kijken in het groen
en ik zit tussen het groen van bierflesjes.
Haast staat op in mij
hij gooit de stoel waar hij op zat aan de kant
en roept hard dat hij al heel lang aan het wachten was-
welnu eens aan de beurt is?!

Ik had hem niet op die stoel zien zitten
alhoewel..
Soms zie ik hem en soms zit hij zo stil dat hij niet echt meer lijkt
Nu zat hij er weer
en met veel smart..

Is het stom dat hij zomaar daarheen loopt en de vis opeet
terwijl de stoelzittende man al drie eeuwen droomde over het bos.

Wat doe ik?
Staat dit lichaam net als de stoelzittende-man ferm op
om de vis uit het bos te halen en mijn handen ermee te overgieten?


woensdag 16 oktober 2024



 

Dat we lege vaten zijn

Dit alles betekent niks.

Die boom niet en die vrouw niet.

In dit betekenisloze leven vallen de verhalen ons toe.
Vallen ze ons toe en nemen ze plaats in ons vat.
Ze zitten en ze bewegen.
En deze lichamen volgen hun bewegingen.
Niks anders dan dat.

Niks anders dan dat-
is de energie die overal is.
Die over – al – is,
bovenal – is!
Niks anders dan dat

De leegte
voelbaar groot als de zee.
Die vaten blijven wel drijven
de verhalen doen verdrinken.
Niks anders dan dat.

Dit canvas
in zijn lege neutraliteit
biedt zich ons aan.

Het is aan ons.
Het is aan mij.

Gewoon
een leeg vat te zijn.






dinsdag 15 oktober 2024

Hij draagt zijn twee dochters als kleine aapjes onder zijn arm naar de kinderopvang

De meisjes huilen en schreeuwen in koor wanneer hij weggaat
Hij stapt de geluidstornado uit naar buiten

We strikken onze veters
We rijden naar ons werk
Komen weer thuis
Halen onze oorbellen uit onze oren bij het slapengaan
We praten over de dingen die we gezien of gehoord hebben
We eten wanneer we honger hebben
en drinken als we dorstig zijn

Als hij iets doet we niet leuk vinden,
dan worden we boos.
Als hij iets doet wat juist erg lief is,
maakt ons dat blij

De nacht valt
en de zon komt weer op

Zijn we niet veel anders dan andere dieren
Niet belangrijker of ongewoner
dan wel met een bewustzijn dat denken doet over ‘onszelf’ en onze handelingen

’T kan ons bezwaren
’T kan ons verlichten
- niet onder enige illusie te verdichten -

gaat u in vrijheid

zaterdag 12 oktober 2024

 


ik verkleum met drie truien aan,
twee paar sokken en een sjaal. 

Het is fris buiten, wel ook weer niet zó fris.
Ik ben ook niet eens buiten, maar tussen een paar muren binnen
en ik krijg het niet warm. 

De motor in dit lichaam lijkt niet te draaien, 
alsof het ergens ligt te rusten. 
Wat wil het mij zeggen?

Ik doe het grote boek open. 
Het boek van Christiane Beerlandt.
Ze schrijft over de oorzaken van verschijnselen die men ziektes noemt.

Ik lees het stukje dat gaat over koude rillingen. 

Het zou gaan over een onvoldoende aanwezig zijn in de warmte van jezelf-
het ontbreken van een besef van je eigen waarde. 
-een terugtrekken in angst en kilte. 
-een geconcentreerde energie in het hoofd, te weinig aarde. 

'Scherpe op spits gedreven ideeën doordringen je hersenen, je lichaam; je laat je meezuigen in een stroom van lichte energieën, opgeroepen uit angst.'
'Angst is er de oorzaak van, dat jij scherpe energieën oproept die je gevoelsmatig afsluiten van de buitenwereld, dat jij niet meer echt wil denken, dat jij je liever terugtrekt in jezelf.'

Ik lees het met voelsprieten op om te kijken waar voor mij de boodschap ligt. 
Dát er een boodschap in het lichaam zit, is voor mij duidelijk - en ik wil haar horen. 
Hoe de boodschap klinkt, is niet aan het boek mij als klare koek te serveren, wel om mij een kant op te laten kijken- waar ik mijn nuance zelf vinden kan. Dit boek is een waar geschenk!

Een paar dagen geleden las ik de bladzijdes over duizeligheid- die sloegen de spijker aardig op zijn kop. Ik kan mij niet herinneren de laatste keer dat ik mij duizelig voelde, maar die ochtend werd ik wakker en duizelde het voor mijn ogen. Christiane schreef over een duizelingwekkende hoeveelheid van indrukken die eraan te grondslag kan liggen. Ook, dat je je je teveel hebt opengesteld aan mogelijkheden/ideeën/etc. Dat je met je voeten in de lucht hangt te bungelen, als een leeg vat. 
Mocht het nu net zo zijn dat ik me precies zo voelde de afgelopen week. De verhuizing bracht zoveel nieuwe indrukken met zich mee en ik voelde me overweldigd van de mogelijkheden die voor mij lagen dat ik niet wist waar ik mijn vreugde kon laten gronden. Op de uitkijktoren, hoog boven de grond, zong ik de klanken van een mantra. Thuis stampte ik met mijn voeten op de grond om iets van energie kwijt te kunnen. Toch, ik bleef vol vreugde zweven en werd een aantal nachten al vroeg in de ochtend wakker om de mogelijkheden aan te willen kijken. Daar kwam dan plots de duizeling die me misselijk maakte. 

Zodra ik plaats nam op mijn stoel en het boek met zijn woorden tot mij nam, kon ik even landen. 
Na een uurtje was daarna de duizeligheid ook weer verdwenen. 

'Omhul je met de warmte van je hart; kom uit je huisje in plaats van je op te sluiten.' 

Die warmte van mijn hart kon ik gister niet ineens omzetten tot lichaamswarmte. Daarom ben ik met mijn rustende lichaamsmotor op de verwarming gaan zitten die wel draaide en dat maakte het al snel aangenamer. 

'Durf openbarsten met al je krachten en mogelijkheden, voel de aarde onder je voeten, heet jezelf welkom onder de anderen, bind je natuur niet toe.' 

De zon barst open door de vleugelnoot-boom
Haar schaduw werpend
ferm en vastbesloten
Vallen de gele bladeren teder-neder
De twee duiven fladderen op
danst de zon over het spinnendraad
wel balancerend
zeng ik mijn lied. 
Jíj bent het die deze wereld ziet!





donderdag 10 oktober 2024

Naar binnen en naar buiten


Dit is mijn stulpje
Helemaal voor mij alleen
Ik kan de deur op een kiertje zetten, wagenwijd open of dicht en mij tussen de dekens verstoppen.

Mijn bed is een nestje.
Met een houten trapje omhoog beklim ik mijn veilige haven.
Vroeger was het een speelplek voor kleuters uit groep 1 en 2.
Een voormalig klaslokaal
met een rustige vinyl vloer en een strookje bij de lage wasbak is betegeld.
Langs de wanden hangen lange radiatoren.
Het dak is puntig en de balken zijn zichtbaar.
De ramen groot en voor mij het speelplein met een oude vleugelnoot-boom die langzaam van groen naar geel verkleurd.

Ik heb er een tafel staan, waarop ik uitkijk op het speelplein.
Het licht stroomt naar binnen en ik kijk naar buiten.

Aan de weerszijde, heb ik ook een tafel staan.
Deze tafel kijkt uit op een hoger kleiner raam waarachter het groen is van de struiken en bomen die onderdeel zijn van de tuin van de buren. Mijn boeken staan op de vensterbank. Een houten beeldje, wat rustige kaartjes, kaarsjes en gedroogde bloemetjes liggen stil.
Het ís ook stil aan deze kant.
Niemand zal mij hier zien en ik zal hier niemand vanuit dit raam.
Ik kijk naar buiten en ik kijk naar binnen.

Het is fijn de mogelijkheid te hebben te kunnen kiezen wat op het moment goed voelt;
hoe ver ik de deur open wil hebben staan - 

naar buiten te kijken en naar binnen te kijken.


dinsdag 8 oktober 2024

Ik ging een rondje lopen



De twee eksters zitten weer op de zandhopen
daar waar we de vorige keer in de schemer van de avond voorbij waren gelopen-
Waren ze echt? 
Ze leken te bewegen..
We wisten het niet

Welnu..
Ze zitten er weer
in het ochtendgloren
Stil voor zich uit starend
Stil alsof ze nooit hebben bestaan


Ik maak een foto van de eksters.
‘Kijk jongens, ze zijn toch niet echt’ wil ik eronder zetten om te versturen.

Ik loop verder en hoor dan plots een Hallo.
Nee, niet een ‘Hallo-goedendag-wat-fijn-dat-u-ook-hier-bent’
Het was meer een ‘Hallo-wat-doet-u-hier?!’
Even opgeschrikt van wat er in de Hallo schuilgaat,
vraag ik of hij mij iets wil vragen.

Ik loop naar hem toe.
Hij vraagt of ik foto’s aan het maken was.
En waarom dan?
Hij wilde net de post uit zijn brievenbus halen en had mij gezien bij het huis met de eksters op de zandhopen.
Ik legde hem uit wat ik net had gedaan met het verhaal van de nieuwsgierigheid naar de eksters.

Ah.
Ja ze zijn inderdaad nep, zegt hij.

Hij vraagt of ik hier woon.
Ja, zeg ik.
In het oude schoolgebouw hier verderop.
Hij dacht het al.
Hij had mij of iemand anders gezien toen hij als vrijwilliger bij de ‘Oale school’ ernaast bezig was.
Hijzelf woont hier al lang. 

Hij vraagt of ik werk.
De vraag leek gevuld te zijn met eenzelfde gevoel als de Hallo-wat-doe-jij-hier-vraag.
Een gevoel dat de open verbinding die er kán zijn, dicht wordt gehouden door de deur die met zijn oordelen maar een kiertje open kan..

Hij vertelt dat de jongeren hier veelal wegtrekken.
Pas als ze oud zijn, komen sommigen terug.
En zij die er zijn, interesseert het vrijwilligerswerk of het zorg dragen voor de oude gemeenschap niks.
Vindt hij ons, ‘jongeren’, maar luie nietsnutten?

Hij mag van alles vinden.
Alles wat hij vindt, vindt hij van zichzelf en is hij bang onder ogen te komen.
Wat mij te doen staat is hem in liefde onder ogen te komen.
Mij vooral niet te laten afschrikken door de oordelen die om de oren vliegen.
De oordelen gaan niet over míj.

Vind hij zichzelf een luie nietsnut en doet hij daarom vrijwilligerswerk om dat te bedekken?
Of voelt het voor hem alsof hij alles alleen moet doen en is dat een zware last op zijn schouders?

Het is niet aan mij deze vragen te beantwoorden.
Enkel in te zien dat liefde alles is, wat er bestaat.
Liefde of een roep óm liefde.

donderdag 3 oktober 2024

door Sander Grootendorst

Luister Sluiter Leeuwerik

De leeuwerik zong altijd zijn lied
tussen de regels van de dichter door
én er bovenuit, met een hoger decor
- het goddelijke- in het verschiet.

Ik liep door de Achterhoek, begeleid
door de zang van de veldleeuwerik;
vrolijk, onbelet en blij was ik
in die nog niet zo lang vervlogen tijd.

Er kwam een dag waarop hij zweeg,
het veld geruisloos achterliet. 
Het is héél soms dat je hem ziet
- in de lente zijn de luchten leeg.

Het onbekommerde is ver te zoeken, 
er wil geen nieuwe vreugd ontspringen, 
ik moet het stellen met herinneringen
en bladeren in oude boeken. 

Waerom veel vergeefsche sorgen;
Waerom doch soo veel verdriet.
Om d'onseekre dag van morgen?
Siet gy desen Leeuw'rik niet?


Kijk, en luister: dat is hem toch?
Hoor hem zingen, zie hem zweven
boven Sluiters Buyten-Leven.
De leeuwerik: hij is er nog. 



    Uitzicht op de uitkijktoren- waar het gedicht van Sander boven de trap hangt

een paar nachten achter elkaar word ik om 03:00 wakker

ik hoor de eikels over de dakpannen huppelen
een kat die schreeuwt
en een knaagdier dat boven mij op of in het dak lijkt te rennen

de gedachtes vliegen naar de mogelijkheden van de dag
dat de gootsteen nog wel een putje kan gebruiken
dat er rozenbottels te oogsten vallen
en er eikeltjes geraapt kunnen worden 

de vleugelnoot zal mij wel roepen als het 07:00 is
trots staat zij als beschermengel voor het schoolgebouw dat wij mogen bewonen
gevleugeld in de zon
dapper in de herfst
kinderen fietsen er rondom heen
het scheen- zo - de gevleugelde -
kent iedereen




 

het is een podium
zij kijken uit op de geknakte boom, het licht en al het groen
ze zitten op de tribune
bankjes als een trapje onder elkaar
overgroeid door de bramen
wij, allen tezamen

Redder op deze twee benen  gegeven naar voren kijkend recht door zee wiebel wankel ik ben er nog steeds wiebel wankel ik loop door z...