zondag 23 juni 2024


Dromen over nu & later


Met de fietscaravan komen we hier en daar terecht. 

Hier op een vrijplaats van creatieve geesten en daar in de achtertuin van een 85-jarige vrouw. 

Waar we nu hier zijn, weten we niet waar we later zijn. 

Wel, dromen we- tussen de Hieren en Daaren door. 


DROOM: LEVENDIGE GROENE WEELDE


Mijn weg liep tot nu langs onder meer een enthousiaste bomenplanter-schrijfster, een biologische boer en een boekenplank vol met kennis over voedselbossen en permacultuur. Mijn ogen slaan zich open. 


Ik ben opgegroeid op het platteland. Zowel voor, naast als achter bevonden zich weilanden. Mijn ouders hadden zelf geen weiland, maar wel een aardig stukje grond om het huis. Een groot deel werd in beslag genomen door kerstbomen. Ze verminderden in aantal en langzaam werd het een groene vlakte met nieuwe boompjes in aanplanting en ook een moestuin. Als kind was ik heus niet altijd in de tuin te vinden. Kijken naar de bloemen en de vlinders, Ja! Maar met het helpen van het poten van de aardappelen, onkruid wieden of samen met mijn zusjes de rode bessen plukken, daar moest op worden aangedrongen. Die rode bessen vond ik vooral niet een pretje.. Onder het groene net dat de vogels moest tegenhouden om te snoepen zocht ik mij een weg tussen de struikjes die aardig dicht bij elkaar stonden. Ik kwam dan spinnen tegen, soms wespen, brandnetels en dan kriebelde er iets waarvan ik niet wist wat het was.. Warm en met jeuk van de netels kwam ik gefrustreerd dan weer onder het net vandaan met een bak vol rode bessen.

Dan ging ik weer op mijn slaapkamer zitten. Lekker veilig aan mijn witte bureau dat uitkijkt op ons grasveld met dan de weg en daarachter een weiland. Het was een fijn uitzicht. Soms kwam er een wandelaar voorbij en dan weer een fietser. De buurman of een snelle auto. Het weiland werd elke zomer weer een menigte wuivend mais. Als de twee mais-machines dan kwamen; de ene die afhakt en door een slurf naar buiten gooit, en de andere die het opvangt in zijn bak- dan was plots het uitzicht verandert. Iedere zomer weer. Het gaf voor mij een soort tijdsindicatie; aja! Het is weer oogsttijd. Het gebeuren had iets levendigs in zich. Een weiland dat naar de kapper is geweest, stekeltjes! Met hier en daar een achtergebleven kolf. Het stekelige haar van het weiland liet weer een nieuwe wind waaien, een nieuwe start. 

-

Wat er voor mijn neus gebeurde, was dat er iets werd verbouwt. 

Er werd geploegd, bemest, gezaaid en geoogst. Verschillende grote voertuigen reden daar voor over het weiland. Het was precies zoals het was. Ik had geen vragen. Het was een vanzelfsprekendheid. Ik voelde mij niet verbonden met het land. Ik wilde gewoon verstoppertje spelen. 


Enfin. Na het lezen van Alowieke’s boek, ‘Over kantelende wegen’, is iets in mij beginnen te bewegen. Alowieke schrijft naast haar ontmoetingen met mensen, ook vol liefde en helderheid over het bodemleven. Over de kleine diertjes die druk bezig zijn onze grond rijker te maken en over verschillende planten die iets kunnen betekenen voor het verbeteren van bijvoorbeeld de bodemstructuur. 

Als ik haar boek uit heb, ontmoet ik een biologische boer. Hij praat in dezelfde taal als Alowieke. Hij weet veel en praat met passie. Op zijn land staan witte tentjes. Bij de buurman-boer ook. Het zijn tentjes van studenten van de universiteit van Wageningen. Ze doen onderzoek naar verschillende manieren van boeren. Insecten zijn een indicator voor de bodemgesteldheid. Bij de biologische boer stikt het van de insectjes in de witte tent. Bij de buurman-boer die een monocultuur bedrijft is het een zoeken naar de kleine helpers.. 

Momenteel zijn we op een plek waar een klein voedselbosje in aanplanting is. In de gemeenschappelijke ruimte staat een boekenplank vol met kennis over dieren, wilde planten, voedselbossen en permacultuur. Ik lees in het boek van Sepp Hollzer en het klinkt allemaal ultra logisch in de oren. Ook klinkt de noodzaak door van deze omwenteling van het ‘normale’ boeren naar het regeneratief boeren. Waar deze woorden mij eerder voorbij vlogen, staan ze nu voor mij op de weg en kan ik niet anders dan ze lezen. DE AARDE DRAAGT ONS EN VOEDT ONS. DE AARDE, DE BODEM DIENT MET LIEFDE EN AANDACHT BEWERKT TE WORDEN. 


Een verlangen om te zorgen voor een stukje grond borrelt. Een verlangen naar liefdevol voedsel. Voedsel dat rijk is aan voedingsstoffen, omdat de bodem rijk is! 


Als ik nu denk aan het maisveld daar voor mijn oude slaapkamerraam, vraag ik mij af of er wel gezorgd wordt voor de bodem. De bodem wordt elk jaar weer opnieuw gebruikt voor hetzelfde. Mest wordt uitgespreid en grote landbouwmachines rijden over de aarde. Wat er dan gebeurt is verdichting van de bodem, humus-afname, water-opname verslechtering, bodem-diertjes die verdwijnen, plagen, etc.. Kunstmest strooien en spuiten werkt dan niet bevorderend. Ja, het lijkt dat er iets gedaan moet worden om de plagen te bestrijden, maar gif spuiten zal enkel de korte termijn dienen. De aarde wordt er niet rijker op..

Het ging altijd zo. Het gaat nog steeds zo. 


Vandaag liep ik door de stad en ik kreeg een appeltje. Een appeltje met daarbij een uitnodiging om te kiekn-bij-de-boer. Hij die appeltjes uitdeelde is zelf agrariër. Hij heeft vleeskuikens, maar teelt ook aardappels, uien en wat andere groenten. Ik vraag of hij biologisch boert. Nee. Hij spuit gif. Het is nodig volgens hem. Doet hij dat niet, dan dood de aardappelziekte alle gewassen en dat zou betekenen dat een lekker frietje er niet in zou zitten..

Enfin. Ik vraag hem of hij wel eens gehoord heeft van permacultuur of voedselbossen. Permacultuur, nee- hij heeft geen idee. Voedselbossen heeft hij weleens over gehoord. Maar dat zou volgens hem niet voldoende voedsel opleveren om alle magen te vullen. 

Ik ben verbaasd dat hij veel weet over gifstoffen, ziektes en bestrijdingsmiddelen, maar niets over permacultuur. Juist daar staat centraal dat er een balans is, waardoor plagen en ziektes bijna niet voorkomen. 

De agrariër lijkt zich van geen kwaad bewust. Hij doet wat hij moet doen om zijn brood te verdienen. Het zal ook geen zin hebben om kwade mensen aan te wijzen, want die zijn er niet. Er lijkt nog veel te winnen. Ogen die zelf kijken en vragen stellen.


Okë, ik weet niet waar ik met dit verhaal heen wil- óf ik überhaupt ergens heen wil. Ik wil geen campagne voeren voor iets of tegen iets, daarvoor ben ik te onwetend. Wel wil ik delen wat ik heb gezien, gehoord en gevoeld. Er is een warm gevoel om de aarde te laten bloeien en groeien in haar eigen wijze en op haar eigen tempo. Vertrouwen dat de aarde ons kan voeden als wij haar ook met liefde voeden, aandacht voor haar hebben. Hoe rijker de bodem, hoe rijker het voedsel, hoe rijker het lichaam. Wie geeft, die ontvangt- is het niet? 

Durven we te vertrouwen??



Geen opmerkingen:

Een reactie posten