Ik vraag of hij aantrekkingskracht voelt naar haar.
Ja, antwoordt hij - even afwachtend, toch duidelijk. ‘Ze heeft iets relaxt.’
Ja, antwoordt hij - even afwachtend, toch duidelijk. ‘Ze heeft iets relaxt.’
Ik zie het, ze straalt liefdevol.
Wuivend haar en dromerige ogen.
Dat hij haar aantrekkelijk vindt, natuurlijk.
Het voelt.. Hoe voelt het voor mij?
Ik zag ze samen dansen.
Een speelsheid, warmte en liefdevol.
Het was mooi om naar te kijken.
Het maakte mij nieuwsgierig hoe hij het ervaarde.
Het idee dat hij niet van mij of wie dan ook is, brengt afstand - natuurlijke afstand.
Hij leeft zijn eigen leven.
Ja, we lopen en fietsen nu samen.
Het lijkt of we bij elkaar horen - iets dat voor altijd zou moeten zijn, volgens het denken.
Het hele relatie-gedachtegoed wordt zonder dat je het even doorhebt zo in je geprikt.
Kan ik bij het gezonde verstand en de liefde blijven?
Op deze twee benen staan.
Elk moment is nieuw - is de wereld nieuw - ben ik nieuw.
-
Zij is aan het daten met een andere vrouw.
Gisteren hoorde ik ze samen een tijd lang giechelen.
Ik lag in bed en voelde mij niet ontspannen in mezelf.
Het kritische stemmetje in mij - voelde zich aangesproken. Voor het gemak geef ik deze stem maar even een naam: Renni.
Renni heeft grote ogen en is alert.
Renni legt snel verbanden en onderneemt ook snel actie.
Dat giechelen klinkt zo lief en zachtaardig dat Renni zich niet op haar gemak voelde. Als hij die relaxtheid zo waardeert, mag Renni er dan wel zijn?
Renni voelde zich niet welkom.
-
Als ik niet alle stemmen in mijzelf welkom heet,
kan ik de liefde niet laten stromen.
Hier volgt nog een reflectie waar Renni een rol in speelt.
-
Hij is nog (steeds) niet wakker.
Ik heb een duik genomen, havermout gemaakt, gegeten, geschreven, de route bekeken en net thee gezet.
Ik kijk de richting op waar onze caravans staan.
Nog geen beweging te zien.
Ajuist! Precies nu komt hij aanlopen.
Mijn lichaam begon zich druk te maken.
‘Snel! Hup hup. We moeten gaan.’, zegt Renni.
De oordelen kwamen al naar boven.
‘Hij is altijd zo traag.. Pff..’
Ik zie de oordelen en ze slaan nergens op.
Toch voelt het lichaam opgekropte energie.
Wat als ik eens achterover leun?
Wat als ik de tijd, de tijd laat- alsof er niets te verliezen valt.
Grappig wel, want werkelijk valt er niets te verliezen.
Toch, denkt Renni er anders over - en Renni is deel van mijn persoon.
Renni is bang dat het leven haar inhaalt.
Alsof ze zich nu moet haasten, vooruit werken, om het leven voor te zijn.
Een handelen vanuit angst; wat als ik dit niet doe- dan..?
Dan valt de tijd uit elkaar?!
De zon zal al hoog staan als we vertrekken, ver zullen we niet komen en..
Hmm. Nee, duidelijk is de angst niet.
Kan Renni de tijd laten varen?
-
Gisteren schreef ik dit. Ik voelde mij deels opgelucht om het een plek te geven.
Maar, naar hem toe voelde ik mij nog afgesloten.
Ik vroeg of ik de geschreven reflectie aan hem mocht voorlezen.
Hij luisterde.
Ik las voor en brak, zonder dat ik verwachtte, tussen de zinnen uit in tranen.
Opgelucht had Renni’s verdriet daar een plekje gekregen.
Was de lucht geklaard.
-
Wie zijn wij mensen toch
- emotionele wezens met stemmen die honderduit praten - wie weet hoe oud ze zijn.
Openheid wens ik de wereld te zien
Alles zijn plek te geven
Voluit zijn
Voluit leven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten