Is het een schreeuw om naar buiten te komen?
Naakt, zonder verhalen,
daar sta ik dan, alleen.
De bijsluiter hadden we niet gelezen.
Wat doet dat met een mens als je lange tijd heel dicht bij elkaar leeft?
----
Hier volgt een terug-in-de-tijd-aftreksel:
Fris afgestudeerd staan we met onze rugzakjes klaar om het leven eenvoudig maar
gewoon aan te gaan. Back2Basic. Wat heb je als basis nodig in het leven?
Met de bus vertrekken we naar het zuiden, België.
Een perma-cultuur
gemeenschapje met vrijwilligers.
Bijna een jaar lang slapen Lars en ik elke nacht bij
elkaar op een kamertje in een omgebouwde schuur. Op dezelfde tijd gaan we naar
bed en ook tegelijk lachen we het zonlicht weer toe.
We werken in de tuin, bakken pizza’s en verkennen de omgeving.
Na drie seizoenen hebben we de horizontale lijn van het praktische verkend
en ontstaat er een verlangen in ons beiden naar het verticale.
Het geestelijke onderzoeken, daar de basis in vinden.
Wie ben ik?
We vertrekken met z’n twee naar Zweden.
Een spirituele community.
Elke dag klinkt om 4:00 de bel en om 4:30 zit iedereen in een wit gewaad bijeen voor de ochtendmeditatie met thee-ceremonie.
Er wordt gezongen, gewerkt aan de bouw van een groot verblijf, heerlijk gegeten en samen naar films gekeken.
We kleden ons drie, soms wel vier keer per dag om.
Van wit gewaad naar gekleurd gewaad naar werkkleding en dan weer naar gekleurd gewaad.
Na twee weken horen we allebei de stem die zegt dat hier onze uitdaging niet ligt.
Het leven is een groot geschenk om te
ontdekken, niet om in te dekken met rituelen, patronen of heilige guru’s.
Het is aan onszelf de weg te vinden.
Een oud schoolgebouw zien we online staan.
Als een magneet worden we ernaar toe getrokken.
Op eigen benen in de grote-mensen-wereld spelen.
Een baantje hier en experimentjes daar.
We stáán op eigen benen,
maar vaak op maar twee benen- twee benen voor twee mensen.
Zouden het er twee te weinig zijn?
We delen een klaslokaal dat ons huisje wordt.
We staren uit het raam, wandelen hand in hand door de bossen en we frustreren
ons aan elkaar.
We vertellen elkaar hoe het was op ons werk.
We slapen elke nacht samen.
Wanner we niet hoeven te werken, worden we tegelijk wakker en eten we samen ons ontbijt.
Hij heeft een idee om rond te trekken.
Voel ik er ook voor?
We schudden de hand op de fietscaravan.
Met z’n tweeën zoeken we het uit en begint de bouw.
We fantaseren over hoe het zou zijn.
Misschien zouden onze wegen wel even splitsen als de een rechts wil en de ander
links.
En ja, twee karretjes betekent dat we elk apart zouden slapen.
Misschien wel goed ook, dachten we,
inmiddels gewaar van de samensmelting.
We vertrekken en onze wegen scheiden zich niet.
Soms hadden we het er wel over.
Ik was degene die de puntjes vaak op de kaart aan het planten was
en voor hem voelde dat dan soms onnatuurlijk.
Dat hij zijn eigen energie niet volgen kon en tegelijkertijd het puntje op de
kaart wél zag zitten.
------
De fietstocht is rond.
Twee weken passen we nu op een kat en een huis.
Dat huis zal niet weglopen.
De kat komt binnen wanneer het hem schikt.
De tijd vliegt hier net zo hard als onderweg.
Mijn voeten lopen direct het bos in.
Ik voel mij vrij in de sprekende stilte van de natuur.
Bij de bieb haal ik een stapel boeken over biologisch boeren, de kracht van
planten en iets over illusies.
De cursus in wonderen lees ik elke dag en beoefen ik.
De kracht voel ik stromen.
En ik merk dat ik heel graag mijn passie wil verkennen.
Die twee benen die ik heb gekregen, kan ik daar goed voor gebruiken.
Zojuist luisterden we weer naar een podcast van Omdenken.
Zij sprak over het probleem dat ze niet kon kiezen en iemand anders over het
probleem dat ze niet weet wat ze wil.
Omgedacht viel het op zijn plaats dat ze juist heel goed wist wat ze wil,
het had namelijk geleid dat ze hier stond om een nieuwe keuze te maken.
En bij de ander viel het op z’n plek dat haar keuzes helemaal niet succesvol
hoefden te zijn.
Ze hoeft haar best niet te doen. Ze hoeft niks te willen.
Het is al goed zo.
In het niet-weten kan de toekomst nog van alles worden.
Dat is fantastisch en eng tegelijk.
Met de terugblik van ons samen-zijn zien we in dat we erg veel aan elkaar
geplakt waren.
Tja, we delen dezelfde interesses en vinden elkaar leuk.
1+1 wordt plots 1.
Onze hoofden vieren hoogtij met dat wij nu ook voor een nieuwe keuze staan.
Waar gaan we heen?
Wat wil hij? Wat wil ik?
Het besef is daar, dat we ons bevinden in de gevolgen van ons
tweebenig-bestaan.
Het is de schreeuw die plots nu ontsnapt.
IK WIL ALLEEN ZIJN.
woej het waait zo over de schutting
De kern van ons zijn vraagt om zijn eigen weg.
Om dat toe te laten, moeten we ons daarvoor van elkaar scheiden?
De radicaliteit daarvan doet het hart nog niet warm voelen.
Kunnen we elkaar als huisgenoten ontmoeten?
Huisgenoten die elk een eigen ritme kennen.
Waar we onze eigen slaapkamer hebben en onze eigen boodschappen doen.
Puur om de twee benen te voelen die we elk afzonderlijk hebben gekregen.
Dat gesmolten samen-zijn heeft alle spiegels voorgehouden die er te vinden
waren.
Spiegels die soms voelden als doornen, waar ik enorm dankbaar voor ben.
De doornen wilden de illusies doorprikken, als ik dat toestond werd de lucht
helder blauw.
Wel nu is het tij gekomen de spiegels te doen breken.
Het is tijd om mijn tweebenige koers te varen
en hij de zijne.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten