donderdag 8 augustus 2024

Lars fietst voorop.

Een vrouw met haar fiets in de hand spreekt Lars aan.

Hij stopt.
Ik stop ook, achter hem.

 

Ik kan niet helemaal goed horen waar ze met Lars over spreekt. Ik zie dat vooral zij aan het woord is. Ze woont of heeft gewoond in Zweden, hier is het ook mooi/zelfs mooier?, iets over Ritalin en haar kleindochter, dat er zoveel kinderen zijn die medicijnen moeten hebben, dat het slecht zou zijn en dan hoor ik nog meer over medicijnen. Het klinkt mij niet zo interessant in de oren en het lijkt dat de vrouw maar gewoon haar ei in de handen van Lars drukt, zonder werkelijk contact aan te gaan of een antwoord terug te verwachten. Ondanks dat de vrouw mij soms achter Lars door aankijkt, zit ik niet in het gesprek verweven. Met dat besef, houd ik op met luisteren. Mijn aandacht richt ik op het landschap.
De zon schijnt en verwarmt mijn gezicht. Mmm.

 

Ik merk dat Lars door wil fietsen. Hij geeft het aan.
De vrouw zegt Ja, maar praat gewoon verder waar ze gebleven was.

Zo van een afstandje lijkt het wel een robot of een computer die een automatisch programma afspeelt. De robot of computer heeft geen contact met Lars, wil gewoon haar programmaatje afspelen.

 

Het idee van vriendelijk zijn, om te luisteren naar wat iemand te zeggen heeft, zonder dat je werkelijk aanwezig bent en luistert, is al ouderwets- maar in deze situatie zichtbaar achterhaald. Lars kan natuurlijk lief doorluisteren, maar wie helpt hij er mee als hij zichzelf er niet mee helpt? De vrouw die haar verhaal doet? Nee, ook haar niet.. Ze blaat maar wat- gewoon gedachtes die voorbij springen waar ze mee gooit, zonder dialoog. Hij kan er nog wel uren gaan staan. Wie houdt hij voor de gek?!

 

Dat verrekte beleefdheidsidee blijft diep in ons gedrilled te zijn; wanneer puntje-bij-paaltje komt, blijkt het weer moeilijk om je uit het gesprek(ahum, monoloog) te stappen.

Het zou toch niet zo'n gewurm hoeven zijn!

Simpelweg gaat het erom je eigen behoefte aan te geven. Het idee dat je daarin de ander pijn doet, houdt je tegen. Maar wat de ander ervaart, kan je niet sturen, wel hoe je het zelf ervaart.

Lars heeft zich inmiddels bevrijdt. Nadat hij zei dat hij het tijd vond om weer door te fietsen en de vrouw gewoon bleef doorpraten- is hij gewoon op zijn fiets gaan zitten, hand opgestoken en gedag gezegd.


Wanneer ik mij in zo'n situatie bevindt, wacht ik meestal op een stilte tussen de verhalen in. Proef ik die stilte dan moet ik erin springen en vertellen dat het wel tijd voor mij is om te gaan. Soms laten die stiltes lang op zich wachten of worden de stiltes gewoon opgegeten door alweer nieuwe woorden of een plotse versnelling waardoor ik net te laat ben en het zo een half uur, laat staan een uur, verder is.. Enfin- met mijn hoofd in de zon, half-luisterend wat Lars naar zich toe gegooid kreeg, fantaseerde ik mijn mogelijke bevrijdingspoging in zo'n geval.

 

Hier komt 'tie:

 

1. Persoon in kwestie is druk & onophoudbaar aan het praten.

Middenin een zin- onderbreek ik hem/haar met een vraag: 'Hoe heet je?'

 

2. 'Heleen!'

 'Wel.. Allemaal leuk&aardig dat je mij deze verhalen toevertrouwd. Ik merk dat ik eigenlijk maar half aan het luisteren ben en dat ik behoefte heb om gewoon weer lekker door te trappen. Dus, dat ga ik nu doen. Een fijne dag&alle goeds!'

 

Een twee-stappenplan.

Stap 1 ter onderbreking; het wachten op het juiste moment is namelijk zowel energieslurpend als onnodig- beter creeër ik het zelf.

Stap 2 is direct tot actie. Het aangeven van mijn behoefte is een Ja naar mezelf. Het kan door de andere partij mogelijk als een afwijzing voelen, zij het zo-

 

Waterdicht, lijkt me.

Ik kan niet wachten om het de volgende keer uit te proberen en de rust erin te vinden.

 

Ennuh ja, ik zie ook nog complexere gevallen op de loer liggen.

Bijvoorbeeld die keer dat ik achter een kraampje stond en hij langskwam. Het ging eerst over het project, toen over iets anders en langzamerhand bleef het hangen op politiek en begonnen mijn oren ervan dicht te slaan. Ik stond daar achter het kraampje en zou daar blijven staan. Zeggen van Aju Paraplu, ik ga weer, gaat dan niet op. Híj zou dus weer verder moeten gaan. En ja, daar ligt een hoopje ongemak te slapen dat niet wakker gemaakt wil worden.

 

Daar bij het slapende ongemak ligt ook vast de sleutel.

Durf het aan te gaan.

Dan laat de weg zich vast vanzelf zien..


Geen opmerkingen:

Een reactie posten