vrijdag 23 augustus 2024

 De schreeuw heeft haar verlangen geraakt.


Ik pak mijn tas en ga workawayen.
Alleen.

 

Ik wenste een huisje te betrekken.
Daar waar ik kan zijn.
Waar ik uit het raam kan kijken en de mensen voorbij zie lopen.
Waar ik uit het andere raam kan kijken, daar het roodborstje op een paaltje zie.
Waar het stil is en waar soms muziek klinkt.
Soms is er iemand op visite en soms staat de voordeur open en waait er wat binnen.

Dat huisje
dat ben ik.

-
 
Misschien wilde ik het verlangen niet horen.
Drukte ik het in een hoekje.
Maar wat zoek-je?
Ja die stem die in dat hoekje van zich laat klinken..

Het idee om met z’n drieën iets te huren voelde goed:
samenwonen met twee hele leuke mensen.
Twee mensen die mij doen lachen, inspireren, thuis laten voelen.
Het zou een veilige haven zijn waar ik mij kan terugtrekken.
Mijn weg om te leren zal ik wel vinden tussen het werken door dacht ik.
Maar, het huis liep weg
en andere huizen kijken schuw een andere kant op.

De schreeuw heeft haar verlangen geraakt.

Ach, tis zo dramatisch niet.  

Ik heb er veel zin in.
Dat is reden om gewoon te gaan.
En tegelijkertijd kan ik er dus heel dramatisch over doen.
Er zijn heel veel leuke mensen op aarde,
maar hij is daar wel eentje van die mij zeer dierbaar is geworden.
Ach wat wil je als je samen zo nu en dan op twee benen loopt?

Soms voel ik mij een alien op deze planeet.
Kijk ik om mij heen en denk
wat gebeurt er allemaal in hemelsnaam?
Andere momenten neem ik alles waar en is dat het-
de waarneming vliegt voorbij en laat een glimlach achter.

Ik voel mij begrepen door hem, gehoord, gezien en geliefd.
Ene hij zei dat we in een vorig leven Vikingbroeders waren 
en ene zij zei dat we eens vader en dochter waren. 
Welja.. dit leven zijn we elkaars geliefden.
Ik houd van hem met heel mijn hart
en de gedachte dat onze wegen zouden scheiden laat tranen over de wangen rollen. 
Al is het misschien voor maar even en zijn we alsnog bij elkaar in de buurt.
Toch, dramatisch kan ik erover doen.
Dramatisch zijn de gédachten.
De gedachten die we allang hadden gepoogd naast ons neer te zetten,
gesteld dat we twee individuen zijn die allebei hun eigen pad bewandelen.
Dat we dat tot nu toe samen deden, kent niet de eeuwigheid toe.
We zijn niet getrouwd, want wie houd je voor de gek?!
We hebben ook géén relatie, want wie houd je voor de gek?!

:we hebben helemaal niks en daarmee alles.
-

Misschien moet je er niks van hebben, van dit soort open stuurloze ideeën. 
Wel... je hoeft er ook niks mee te hebben.
Ik rijd op mijn stuurloze fiets en jij op jouw fiets.




de liefde = oneindig
de liefde fietst voorbij wat we zeggen
voorbij wat we deden
en voorbij wat we verkondigen
laat ons niet zondigen!
enkel in vlammen te verhitten
in het moment dat we nu leven
is liefde alles wat we aan eenieder kunnen geven


--
Elke dramatische gedachte die opkomt, nostalgisch, van hoe fijn het was of hoe fijn het zou kunnen zijn, samen >
Floep. In de prullenbak.

Dit besluit is nu. En elk moment dat volgt komt als vanzelf.
Hij gaat weer fietsen met de fietscaravan en ik workawayen in Nederland-
tot het tijd is voor weer iets anders.
Zo gaat het altijd. 
Ik laat mij verrassen. 
Het leven is een ontdekkingstocht
en ik ben eraan verknocht.
------------

 




donderdag 22 augustus 2024

Is het een schreeuw om naar buiten te komen?


Naakt, zonder verhalen,
daar sta ik dan, alleen.

De bijsluiter hadden we niet gelezen.
Wat doet dat met een mens als je lange tijd heel dicht bij elkaar leeft?
----

Hier volgt een terug-in-de-tijd-aftreksel:

Fris afgestudeerd staan we met onze rugzakjes klaar om het leven eenvoudig maar gewoon aan te gaan. Back2Basic. Wat heb je als basis nodig in het leven? 
Met de bus vertrekken we naar het zuiden, België.
Een perma-cultuur gemeenschapje met vrijwilligers.
Bijna een jaar lang slapen Lars en ik elke nacht bij elkaar op een kamertje in een omgebouwde schuur. Op dezelfde tijd gaan we naar bed en ook tegelijk lachen we het zonlicht weer toe.  
We werken in de tuin, bakken pizza’s en verkennen de omgeving.

Na drie seizoenen hebben we de horizontale lijn van het praktische verkend
en ontstaat er een verlangen in ons beiden naar het verticale.
Het geestelijke onderzoeken, daar de basis in vinden. 
Wie ben ik?

We vertrekken met z’n twee naar Zweden.
Een spirituele community.
Elke dag klinkt om 4:00 de bel en om 4:30 zit iedereen in een wit gewaad bijeen voor de ochtendmeditatie met thee-ceremonie. 
Er wordt gezongen, gewerkt aan de bouw van een groot verblijf, heerlijk gegeten en samen naar films gekeken. 
We kleden ons drie, soms wel vier keer per dag om. 
Van wit gewaad naar gekleurd gewaad naar werkkleding en dan weer naar gekleurd gewaad.

Na twee weken horen we allebei de stem die zegt dat hier onze uitdaging niet ligt.
Het leven is een groot geschenk om te ontdekken, niet om in te dekken met rituelen, patronen of heilige guru’s.
Het is aan onszelf de weg te vinden. 

Een oud schoolgebouw zien we online staan.
Als een magneet worden we ernaar toe getrokken.
Op eigen benen in de grote-mensen-wereld spelen.
Een baantje hier en experimentjes daar.
We stáán op eigen benen,
maar vaak op maar twee benen- twee benen voor twee mensen.
Zouden het er twee te weinig zijn?

We delen een klaslokaal dat ons huisje wordt.
We staren uit het raam, wandelen hand in hand door de bossen en we frustreren ons aan elkaar.
We vertellen elkaar hoe het was op ons werk.
We slapen elke nacht samen.
Wanner we niet hoeven te werken, worden we tegelijk wakker en eten we samen ons ontbijt.

Hij heeft een idee om rond te trekken.
Voel ik er ook voor?
We schudden de hand op de fietscaravan.
Met z’n tweeën zoeken we het uit en begint de bouw.
We fantaseren over hoe het zou zijn.
Misschien zouden onze wegen wel even splitsen als de een rechts wil en de ander links.
En ja, twee karretjes betekent dat we elk apart zouden slapen.
Misschien wel goed ook, dachten we,
inmiddels gewaar van de samensmelting.
We vertrekken en onze wegen scheiden zich niet.
Soms hadden we het er wel over.
Ik was degene die de puntjes vaak op de kaart aan het planten was
en voor hem voelde dat dan soms onnatuurlijk.
Dat hij zijn eigen energie niet volgen kon en tegelijkertijd het puntje op de kaart wél zag zitten.
------

De fietstocht is rond.
Twee weken passen we nu op een kat en een huis.
Dat huis zal niet weglopen.
De kat komt binnen wanneer het hem schikt.

De tijd vliegt hier net zo hard als onderweg.
Mijn voeten lopen direct het bos in.
Ik voel mij vrij in de sprekende stilte van de natuur.
Bij de bieb haal ik een stapel boeken over biologisch boeren, de kracht van planten en iets over illusies.
De cursus in wonderen lees ik elke dag en beoefen ik.
De kracht voel ik stromen.
En ik merk dat ik heel graag mijn passie wil verkennen.
Die twee benen die ik heb gekregen, kan ik daar goed voor gebruiken.

Zojuist luisterden we weer naar een podcast van Omdenken.
Zij sprak over het probleem dat ze niet kon kiezen en iemand anders over het probleem dat ze niet weet wat ze wil.
Omgedacht viel het op zijn plaats dat ze juist heel goed wist wat ze wil,
het had namelijk geleid dat ze hier stond om een nieuwe keuze te maken.
En bij de ander viel het op z’n plek dat haar keuzes helemaal niet succesvol hoefden te zijn.
Ze hoeft haar best niet te doen. Ze hoeft niks te willen. 
Het is al goed zo. 

In het niet-weten kan de toekomst nog van alles worden.
Dat is fantastisch en eng tegelijk.

Met de terugblik van ons samen-zijn zien we in dat we erg veel aan elkaar geplakt waren.
Tja, we delen dezelfde interesses en vinden elkaar leuk. 
1+1 wordt plots 1. 

Onze hoofden vieren hoogtij met dat wij nu ook voor een nieuwe keuze staan.
Waar gaan we heen?
Wat wil hij? Wat wil ik?

Het besef is daar, dat we ons bevinden in de gevolgen van ons tweebenig-bestaan.
Het is de schreeuw die plots nu ontsnapt.
IK WIL ALLEEN ZIJN.
woej het waait zo over de schutting

De kern van ons zijn vraagt om zijn eigen weg.
Om dat toe te laten, moeten we ons daarvoor van elkaar scheiden?
De radicaliteit daarvan doet het hart nog niet warm voelen.

Kunnen we elkaar als huisgenoten ontmoeten?
Huisgenoten die elk een eigen ritme kennen.
Waar we onze eigen slaapkamer hebben en onze eigen boodschappen doen.
Puur om de twee benen te voelen die we elk afzonderlijk hebben gekregen.
Dat gesmolten samen-zijn heeft alle spiegels voorgehouden die er te vinden waren.
Spiegels die soms voelden als doornen, waar ik enorm dankbaar voor ben.
De doornen wilden de illusies doorprikken, als ik dat toestond werd de lucht helder blauw.
Wel nu is het tij gekomen de spiegels te doen breken.
Het is tijd om mijn tweebenige koers te varen
en hij de zijne.




-Shall be continued-

 


woensdag 21 augustus 2024


 



Een thuis waar ik mij kan terugtrekken.



Een thuis waar ik mij kan terugtrekken.

Ik wens een huisje te betrekken.
Daar waar ik kan zijn.
Waar ik uit het raam kan kijken en de mensen voorbij zie lopen.
Waar ik uit het andere raam kan kijken, daar de bloemen en het roodborstje op een paaltje zie.
Het is er stil en soms klinkt er muziek.
Soms is er iemand op visite en soms staat de voordeur open en waait er wat binnen.

Ik heb een eenvoudig bureautje.
Daar ligt mijn waarnemingen-boek en mijn natuur-studieboek.
Mijn laptop ligt eronder.
Soms ligt er wat te drogen.

De koelkast koelt zelfgemaakte gezonde voedselwaren.
En een plankje met fermenteer-experimentjes .

Wil ik wat leren,
dan zal ik mensen vragen of Soms een weekje een andere plek verkennen.
Of ik spring op mijn fiets, vandaag.

Dit kan het zijn,
dat kan het ook zijn.
Eigenlijk hoeft het nergens aan te voldoen.
Wanneer de lucht niet op de grond valt,
zal elke vorm die het krijgen gaat, groeien.

--
Vanochtend voelde ik mij opgesloten.
Ik kon niet vinden waar de deur op slot zat.
Ik wist dat als ik ging fietsen de deur vanzelf open zou gaan.

Hing het al in de lucht?
De wolk die ons de Nee kwam brengen.
Zojuist zat ik nog op de bank te kijken naar vacatures.
Een fulltime baan, ik zou het wel willen dat ik het zou willen
Maar ik wil het niet..
En dan de part-time baantjes,
ik zou er vast mijn weg in vinden door het gewoon te ervaren
en mij dan mee te laten stromen.
Als de stroming te hevig is val ik vanzelf in een fijne zijstroom die bij mij past.
Ik zal werken om het leven te kunnen betalen.
Maar liever leef ik en betaalt het leven zich vanzelf.

Het is een Nee
Het huis gaat naar de andere partij.
Het schilderij is plots opgelost in een wit canvas.
Ik staar even naar de leegte.

Ik wil buiten zijn als de zon schijnt
en naar binnen kunnen trekken als het regent, sneeuwt of donker wordt.
De planten die naast mij groeien wil ik leren kennen.
En het lichaam waar ik in woon.
Niks wil ik de rug toekeren.
Als ik maar kan bewegen.
In de beweging zit de lucht die mij zuurstof geeft.

We zouden met z’n drieën daar intrekken.
Gaan we nu met z’n drieën een nieuw huis zoeken?
Of is het nu tijd een andere weg in te slaan: op reis?
Door het idee naar buiten te brengen kan ik het voelen.
Mijn hoofd fluistert engengengeng
Want: nieuwnieuwnieuwnieuw.
Na twee jaar bijna elke dag samen te zijn vraagt dit hoofd zich ineens af of ik wel alleen wil/kan gaan?
Zal ik hem dan niet enorm gaan missen?
Nee, vandaag handelen we niet uit angst.
En doemscenario’s kijken we niet aan.
Wanneer het negatieve zelfbeeld in mijn zak begint te jammeren over zijn zwakheid hoef ik niet te luisteren.
Vanuit hartsverlangen zal ik handelen.
En alles is al goed.







Ik houd van hem.
Het maakt mij emotioneel.
Ik wéét dat hij ook van mij houd.
Als ik het tegen hem zeggen zou
met tranen in mijn ogen,
weet ik dat zijn ogen net zo zullen zijn.
Ik zei het niet bij mijn vertrek
en ik dacht het wel.
In de verte zag ik de blauwe leegte en ik kon haar al voelen.
‘T zal gauw naderbij komen met het komen van de woorden,
die ik bij mij hield.
Het feit dat ik van hem houdt laat mij verdrietig voelen.
Alsof de grond onder mij vandaan beweegt.
Er ligt iets onder deze grond,
dat moet wel.
Ik denk het nu te weten.
Ik houd van hem – ik bén hem.
Ik lijk op hem.
Ik ken de kritische rationele aard.
En soms geloof ik nog steeds dat controle zekerheid kan brengen.
Een strak gezicht dat alles probeert te regelen, voelt veilig.
Zijn strakke gezicht voelt veilig én emotieloos.
Ik wens de liefde én ik ben bang voor haar.
De wind kan er niet waaien en hij kan het niet voelen.
Wanneer tranen uit de leegte over zijn strakke gezicht zouden voort marcheren
is mijn sterke beschermer vertrokken.
Denk ik hem nodig te hebben?
Ach, het is dat achtergrondliedje maar.
De schaduw die wegrent hoef ik niet achterna.   
Dat liedje dat ik vaak overstem en daarmee niet hoor.
Dat ik zwak ben.
Dat ik zwak ben en de wereld niet aankan.
Dat ik niet zonder een sterke beschermer kan.
Zien doet wonderen.
En de liefde vraagt ons om niks
dan haar te verwelkomen.
Dat ik de uien-puzzel ken.
Dat ik haar gewaar ben.
Dat zij vanzelf haar schillen laat vallen.

dinsdag 20 augustus 2024

Ik zal een ketting dragen

van vurig schijnende lijsterbessen.

Met een lijster op mijn schouder

struin ik door het groen.

Vurig schijnende lijsterbessen aan een koordje geregen

met tussen de vuren door,

een puur-donkere waterdrup, de zwart-paarse vlierbes.

Donker- dat de ziel erin zingt, naar je knipoogt.

Het koordje hangt in zijn heiligheid om mijn hals.

In het midden bungelt de sleedoorn als zacht glim-glimmende alles-betekenende parel 

die mijn ketting compleet maakt.

De sleedoorn geeft wat van haar zachte dauw bij elke aanraking.

Ze laat mijn pas door het woud vertragen en soms spring ik op.

De lijster zingt vrolijk.

Steeds dieper paars klinkt het en zee-groen is de kern.

Het heilige vuur straalt.

Het heilige uur is nu. 

Het licht,

goud in het woud.

Het water stroomt en gonst.


De lijsterbes, Wilde lijsterbes
(Sorbus aucuparia)

De vlierbes, Vlier
(Sambucus Nigra)

De sleedoornbes, Sleedoorn
(Prunus spinosa)




maandag 19 augustus 2024

Zo’n drie maanden geleden kwam er een huis naar ons zwaaien

Via via hoorden we dat er naar nieuwe bewoners zal worden gezocht nadat de verbouwing rond zou zijn.
Het huis stond nog niet op de markt.
Ideale positie, 
dachten we..
-

Mogen we even komen kijken?
Nee, eerst willen ze de verbouwing rond hebben.
Ze willen ons niet afschrikken met de puinzooi.

Wij gluren door de ramen en spieken alvast over de schutting.
Even voorproeven.
Smaakt goed vonden we.

Wanneer we dan voorbíj de voordeur zijn, is ons scherpste enthousiasme even gedempt.
De douche is nét een douche. Er hangt een douchekop en er is een gootje waar het water in kan.
Oké, we hebben heus voor hetere vuren gestaan.

Over de buurman zit ik meer te twijfelen.
Hij maakt bijna elke dag frietjes..
Hij begint meestal rond het middaguur en stopt rond achten.
Wanneer we tussen die tijd ons raam open hebben,
komt de frietgeur ons tegemoet..
Niet dat ik niet van frietjes houd.. Jawel. 
Maar ik houd ook van frisse lucht. 

Poppetje gezien, kastje dicht.
Als we voor maandag aan haar doorgeven of we met het huis in zee willen, dan hoeft ze het niet online te zetten om meerdere bezichtigingen te plannen.

De precieze huurprijs zal ze ons nog laten weten.
We konden uitgaan van 400 pp max, excl.

We wachten met smart op de precieze prijs en willen in principe gewoon akkoord gaan.
Stil hopend dat het nog wat lager zal uitvallen.

We horen een paar dagen niks. We bellen op. Vragen nog wat vragen.
De eigenaresse had nog niks terug gekoppeld. Weer horen we een paar dagen niks. Dan is er een week stilte. We bellen opnieuw.

Oh.. ze had het ons nog niet doorgegeven? Miscommunicatie, zo noemt ze het.
Werkelijk is het een ontbreken ván communicatie.
Inmiddels is het huurbedrag dus bekend.
Antwoorden op onze andere vragen heeft ze niet.
Als je een vraag stelt, verwacht je toch een antwoord terug. 
Blijkbaar konden we die verwachting hier wel laten varen.

We vroegen over loden pijpen.
Huizen gebouwd voor 1940 kunnen dat nog hebben.
Ze geven lood af aan drinkwater en is, bewezen en wettelijk vastgesteld, verboden- schadelijk voor de gezondheid.

We bellen nogmaals.
We vertellen haar hoe eenvoudig ze na kan gaan of het loden pijpen zijn.

Natuurlijk zit zij daar niet op te wachten!
Duh..
Ach, wij zijn beginnelingen in de huurwereld en doen maar ons best.
We vragen onze vragen met het idee dat we fijn willen wonen.
Niet dat we in zee gaan met een boot die op volle zee lek blijkt te zijn.

We mailen akkoord te gaan met de prijs en dat we graag horen welke gegevens ze van ons nodig hebben om het contract op te stellen.
Als dat schip straks toch lek blijkt te zijn, dan moeten ze dat gewoon gaan fixen.

We sturen onze gegevens door.

Op het contract wachtend, worden we stukje bij beetje moedelozer.
De stilte blijft standhouden.
Tot Lars ineens op hun website het huis ziet verschijnen.

Huh?!
Wat krijgen we nou???
Ze gaan op zoek naar bewoners en wij zitten te wachten tot ze ons het contract toesturen?

Een onthutst verontwaardigd belletje naar hun.
En ook naar de eigenaresse, of zij er weet van had?
Weer miscommunicatie?!
Zo werken ze altijd, zeggen ze.
Meerdere gegadigden zoeken zodat de eigenaar dan kan kiezen.
Heeft ze ons alleen niet medegedeeld.. 
Afijn.

_
De eigenaresse heeft aangegeven dat ze zich niet zeker voelt of we de huur zouden kunnen betalen.
Tja, we moesten loonstrookjes/jaaropgaves sturen en aangezien we alle drie een paar maanden onderweg waren en hiervoor anti-kraak woonden en dus niet heel veel inkomen nodig hadden,
laat die jaaropgaaf niet een bult geld zien.
Anyhow.
We moeten daarom een garantstelling inleveren.
Een timmerwerk van zekerheid: dat onze ouders garant staan wanneer wij de huur niet kunnen betalen.
En ze vragen om drie garantstellingen van drie keer het totale huurbedrag.
Het kietelt aan alle kanten en er is niemand die lacht..
Onze ouders willen graag iets redelijks ondertekenen en dit is rare koek..
Één garantstelling zou moeten volstaan in onze ogen.

Onze ogen zien haar ogen op kantoor.
Telkens wanneer we belden bleven we verward achter. 
Nu zouden we niet weggaan tot er duidelijkheid was. 
De duidelijkheid klonk zo:
'Zo werken we nou eenmaal'
'Nee dat kan niet anders'

We sturen de drie garantstellingen naar hen toe.
Zij zegt dat ze het naar de eigenaresse doorstuurt.

We wachten het opnieuw af.
Dat wachten is voor mij wat wantrouwig gaan ruiken,
maar de wind blaast het weg: want kan je nu iets anders dan wachten?

Ondanks alle penarie en viezigheid die voorbij drijft, ben ik dankbaar voor het proces.
Het zijn lessen in bevrijding.
Het hoofd heeft in alle hoekjes zitten zoeken om de situatie te begrijpen.
Waarom handelen ze zo?
Waarom duurt het zo lang?
Wat is de beste manier om te handelen?
Wat doen ze überhaupt daar op het kantoor?
Vinden ze ons zeikerds? Vragen we teveel?
_ De antwoorden zullen mij niks brengen.
_ De oordelen over hun handelwijze ook niet.

Zij zijn net als mij mensen. 
Het blijkt dat ze werken op de manier die ze al jaren volgen.
Zelf lijkt het mij niet fijn om te werken op een manier waar je niet achter staat. 
Dat je reden voor de niet-smakende koekjes die je verkoopt, is dat je altijd al zo aan het bakken bent. 
Dan ben je volgens mij vergeten dat je nu leeft en nu iets anders kan gaan bakken.

We zullen zien of wij koekjes zullen gaan bakken,
daar in het huis naast de frietjes van de buurman.

zondag 18 augustus 2024

De uien-puzzel

Op de bank luisteren we naar een podcast van Omdenken.
Aflevering 185 ‘Ik kan niet tegen kritiek’.

https://open.spotify.com/episode/7fqKkfQyPHTMcroyZgEv6j?go=1&sp_cid=5d677014193637089ccaf1c5a72e039b&utm_source=embed_player_p&utm_medium=desktop&nd=1&dlsi=ab411fe3959d40b7 

Joost vertelt dat telkens wanneer hij kritiek ontvangt, dat hij de situatie dan zo omdraait dat hij de fout bij de ander plaatst. Iets waar hij zich bewust van is en een niet-fijne eigenschap van hemzelf vindt.
De presentator is het met hem eens.
Het is inderdaad een hele vervelende eigenschap.
Samen pluizen ze a.d.h.v. een concrete situatie van Joost uit, wat achter zijn gedrag schuilgaat.
Het is een feest van bevrijding je gedrag te doorzien.

Puzzelstukjes vallen in elkaar en de puzzel van je gedrag wordt steeds meer zichtbaar.
Joost wordt emotioneel in het gesprek wanneer zijn pijnpunt wordt geraakt. Hij heeft lang lang geleden geleerd dat hij alle boontjes zelf moet doppen. Dat kost natuurlijk mega veel energie.
Wanneer dit boven tafel komt, breken tranen in hem los.
__

..
Jan Geurts houdt zich ook met de kern van ons zijn bezig. In zijn boek Verslaafd aan Liefde laat hij een afbeelding zien die erover gaat. De kern van de mens is verstopt onder drie lagen.

De eerste laag die op de kern zit, is een negatief zelfbeeld.
Bijna ieder mens is ergens, meestal vroeg, op zijn of haar menselijke pad, een negatieve gedachte gaan geloven over zichzelf.
Als je denkt, nou mij niet gezien hoor! : dat zou heerlijk zijn!
Even ter verificatie van dat gegeven: ben jij vrij van frustratie?
Zo nee, dan grote kans dat er toch nog wat verstopt ligt..
-Wanneer je denkt dat frustratie niks met jezelf te maken heeft, maar puur met de ander die iets verkeerd doet, dan kan het zijn dat je de puzzel niet wil zien. Ook goed.

Afijn, ik wil de puzzel wel zien.
En het leven is een geschenk die mij de puzzelstukjes aanreikt.

De puzzel is lachwekkend, licht en menselijk- wanneer we weten dat we de puzzel niet zijn. 
Moge ik het aanschouwen en de oneindigheid van de puzzel blijven herinneren.
Dat we allemaal mensen zijn.

----
De puzzel die ik aan het maken ben, leg ik even hier neer.
Puzzel, naja, het lijkt eigenlijk meer op een ui met zijn schillen.
Je mag mijn uien-puzzel lezen als het je interessant schijnt.
Het dient vooral voor mijn eigen inzicht.
En misschien helpt het jou je eigen uien-puzzel te leggen of herken je jezelf er zelfs in.
_-_De kern is voor iedereen trouwens hetzelfde.
En als de woorden je zo intens doen voorkomen, dat komt door de ui, die is met zijn scherpte aanwezig.
De ui is alleen aanwezig in mijn onbewuste.
Als je mij nu vraagt of ik mijzelf stom vindt, dan zal ik heus Nee zeggen.
Wel, de ui zegt dan wat anders. 
..

De Uien-puzzel:



Kern van Zijn: liefde
Negatief zelfbeeld: ik ben stom

 Basis-regels:

* je moet goed opletten, om niet stom te zijn
* je moet van te voren alles goed onderzoeken/plannen/controleren, om niet stom te zijn

Patronen in denken/voelen/gedrag:
> Ogen die alles zien
> Analytisch, kritisch, vlug, georganiseerd, altijd op tijd
> Hoofd neemt het soms snel over van het hart (het hoofd denkt het stom-zijn te kunnen voorkomen)
> Snel gefrustreerd over mensen die dromerig zijn, iets over het hoofd hebben gezien, traag zijn..
Wat logisch is: ik heb namelijk als regel dat ik dat niet mag zijn, terwijl het heel natuurlijk is om gewoon te zijn wat je bent..

Een ander concreet puzzelstukje:
Dit gezicht werd vroeger vaak rood in situaties met een groep mensen, wanneer dan de aandacht plots op mij kwam te liggen. Ik had geen aanwijsbare reden om rood te worden/mij ergens voor te schamen en vond het een stom verschijnsel. Het was namelijk iets waar ik geen controle op had, terwijl controle mij zo dierbaar was. Ik kon het ook niet begrijpen waarom ìk hier nou zo last van had en anderen niet zo zeer..
>> Nu zie ik in: tijdens het rood worden had mijn onbewuste de gedachte vast dat het misschien wel iets stoms had gedaan/gezegd en als reactie kwam dan het rode gezicht.

Imago:
Slim, creatief, georganiseerd
------


Hoe meer puzzelstukjes ik vast heb, hoe meer de puzzel uit elkaar valt.
Dit ben ik niet.
De basis-regels vliegen als vogels naar het zuiden.
En de aandacht voor frustraties laat het verdriet erachter zien.
De tranen doen de frustraties verbleken. 
De liefde erachter begint te schijnen.



Wil je zelf ook gaan puzzelen, maar weet je niet waar te beginnen?
Tja, mijn negatieve zelfbeeld viste ik ook niet 123 uit de lucht. 
Het vraagt om gewaar te zijn van je reageren op de wereld. 
En vaak vooral de wereld dichtbij je. Partners, vrienden of familie zijn fantastische spiegels. 
De spiegels laten je zien wie je denkt te zijn of wenst te zijn.
'Zij denkt altijd alleen maar aan haarzelf, wat een egoïst'
>Denk jij genoeg aan jezelf? Mag jij jezelf op de 1e plek zetten?
Of: 'Jeetje wat doet hij sentimenteel, wat een zwakkeling'
>Mag je van jezelf je emoties tonen?

In je oordelen naar de ander komen de regels tevoorschijn die je jezelf oplegt.  
Regels die ervoor zorgen dat je je niet zo klein gaat voelen, zoals je negatieve zelfbeeld je laat geloven te zijn.

Reuze interessant?
Loop naar de bieb of bankhandel en neem het boek Verslaafd aan Liefde van Jan Geurts in je hand. 
Het leven is mooi.
Kastelen vind je vaak in het zand

liefs



vrijdag 16 augustus 2024

Een werkdag bij..
het Post-Sorteercentrum

Ik mocht achter de computer plaatsnemen.
De brieven die moeten worden aangetekend mag ik handmatig gaan frankeren.
Ik type de klantnaam, geadresseerde, postcode en het huisnummer in.
Ik vink het vakje ‘aangetekende brief’ aan.
Dan druk ik op print.
Het duurt een paar seconde voor het systeem het verwerkt.
Dan is er een pop-up schermpje en druk ik nog eens op twee knopjes voordat het label eruit komt.
Het label plak ik op de brief.

Dus zo gaat het er hier aan toe!

-

Zij heeft lange blonde haren, een naar-verhouding groot voorhoofd en ze draagt een bril.
Ze heeft een shirtje van het bedrijf aan, een luchtige broek en draagt sandalen.
Zij werkt hier vijf dagen per week.

Hij heeft lange haren en is misschien iets jonger dan mij.
Hij werkt hier ook vijf dagen per week.

Hij draagt een net zwart overhemd en een donkere broek.
Hij vertelde mij wat ik kon doen.

Hij is klein en zo’n beetje kaal. Mét een snorretje.
Hij werkt stil achter mij. Als ik een vraag heb, is hij blij mij te helpen.
Hij werkt hier al tien jaar.


Op een ander station mag ik plaatsnemen.
Een station met een lampje dat lezen kan.
Een hoge bureau-tafel waar ik achter sta.
De brievenbus-pakketjes plaats ik één voor één op de weegschaal-plaat op de tafel.
Als een scan laat het lampje op het computerscherm de brief zien.
Op het scherm tik ik met mijn vinger op het adres-gebied en dan rolt er een stickertje uit het printertje.
Als het onleesbaar is, moet ik het handmatig invoeren.

-

Vijf dagen per week, hoe houden ze het vol vraag ik mij af..


Hij vindt het afwisselend werk.
Door de jaren heen heeft hij ook al veel verandering meegemaakt.
Hij, die veel jonger is, zegt de sleur te ervaren. Maar, hij ziet het als noodzakelijk om zijn huur te kunnen betalen.
Zij zegt niet zoveel.

..
Het is een soort van loods-achtige ruimte.
In het midden een sorteer-machine.
Hoe die machine precies werkt, ik weet het niet.  
Aan de ene kant zag ik altijd een meneertje staan. Die schreeuwde dan om de zoveel tijd Yiiip naar het andere meneertje. Meneertje A bestuurde de machine en hield met zijn handen post vast die de machine in ging. De post vliegt door de machine en komt er bij verschillende vakjes uit (wordt gesorteerd). Meneertje B gaat dan bezig met, het bundelen ervan?
Ik kreeg dan een deel, of, alles(?) van deze afdeling, gebundeld per klant. Als ik mijn stickertje erop had geplakt, plaatste ik de post voor het ene postbedrijf in de ene bak en het andere postbedrijf in de andere bak. Die bakken bracht ik dan naar weer een ander meneertje. Wat hij ermee deed weet ik niet. Waarschijnlijk de post op de juiste plek brengen voor de bezorging.
Ik ben verbaasd door hoeveel handen de post glijdt voordat het door je brievenbus vliegt..!
En hoe handmatig er nog gewerkt wordt. 
Ik zie gele sticky-notes en vele elastieken en plastic bakken voorbij komen. 

 -  

De lichten in het opberg-hok knipperen.
Zij bestudeert even naar haar nagels.
En hij zegt dat het veel te veel post is om er in deze tijd door te krijgen.
Hij praat met luide en zekere stem.
Hij klaagt over de mensen die ’s avonds hebben gewerkt. Ze zouden harder moeten werken en beter hun best doen. Want, er klopt van alles niet.
Zij klagen over iemand die super langzaam is.
Hij zegt dat de computer veel te langzaam is en dat hij erachter aan zal gaan om een nieuwe te regelen.
Hij zegt dat hij er inmiddels wel aan gewend is geraakt.
Hij zou in minder tijd het dubbele aantal pakketjes hebben gescand.
En hij denkt alles maar te kunnen maken; hij gaat gewoon weg zodra het hem uitkomt?!

Ze praten- over- de mensen.
Ze ergeren zich.
Zelf werken ze zo hard en de ander niet..
Doen ze dan wel wat ze leuk vinden? Anders hoef je die vergelijking niet te trekken, wel?
En als ze zich zo ergeren, kunnen ze zich dan rechtstreeks naar de betreffende persoon richten?

-
De pauze is binnen no-time voorbij.
Ik nam wat oplos-soep en at mijn broodje, dadeltjes en appel op.
Dan neem ik weer plaats op het werk-station waar ik de brieven één voor één onder het lampje leg.
Er zijn een hele hoop oranje enveloppen die ik verwerk.
Alsof alle inwoners uit die stad post gaan krijgen!
Ook een hele hoop enveloppen van de universiteit.
Zullen ze naar de nieuwe studenten gaan?
Post van de ene gemeente naar de andere gemeente.
Een paar enveloppen met lieve stickertjes erop.
Tien ansichtkaarten met tien keer dezelfde tekst. ‘Welkom, een nieuwe baan!’
Of mag ik dat niet lezen?
Ik kan het niet-niet lezen, wel?


Waar ik mij eerst verwonder over de gang van zaken en plezier heb in het type-spelletje dat ik achter de computer speel, worden mijn ogen langzamerhand vierkant. Mijn armen raken verveeld van de zich herhalende beweging en voelen zich langzaam slaaf van de taak worden. Mijn armen hebben ook heus een wil!
Ik werk zo efficiënt mogelijk. Het voelt namelijk als een plek waar snelheid gewaardeerd wordt.
Een stemmetje in mij zegt dat het belangrijk is, dat ik goed werk lever.
Ik doe mijn best.


Op de fiets naar huis voel ik een zwaarte.
Als ik straks een huis ga huren, dan ga ik toch niet vast zitten aan dit soort baantjes?
Ik wil niet werken waar de klok mij stuurt. Dat ik pauze heb wanneer de tijd dat zegt.
Mijn lichaam zal doof worden voor zijn eigen natuur.
Vijf dagen per week hier werken, ik voel me gevangen bij dat idee!
Wat betreft de kosten zouden vijf dagen ook helemaal niet nodig hoeven zijn. Doemscenario. Drie zou voldoen. En ik hoef ook helemaal niet persé hier te werken. Dit was maar een ervaring, geboren uit nieuwsgierigheid. Toch, het hoofd tilde er even zwaar aan.

Anyways.
Toen ik vertrok zei hij dat ik vlot was.
Tja, dat krijg je ervan als je teveel je best doet..
Of ik morgen niet weer wilde werken?
En of ik ook niet in de avond beschikbaar was?
Ik zei dat ik wel behoefte had aan een dagje niksen.
Of in ieder geval, het zeker even wilde laten bezinken.
Als ik interesse had, zou ik het laten weten.

Laat ik de dingen niet overhaasten.
Op gehaaste grond groeien zelden mooie bloemen. 

dinsdag 13 augustus 2024

De fietstocht is rond!
En een appel is gezond!

Een verlangen naar een vaste plek bewoog zich langzaam vanuit de voeten in ons omhoog. Het verlangen raakt het hart en wordt gehoord. Juist rond dat moment doet Jeroen een oproepje op Facebook. Wie wil er voor twee weekjes op zijn kat en huis passen in Enschede?

Een  fijne overgang.
Vanaf 1 september gaan we met z’n drietjes zelf een huisje huren in deze stad.
Als het contract er een beetje doorkomt tenminste..
Het huisje vraagt om geld.
En de maag vraagt altijd weer opnieuw om voedsel.

De Vraag van Vandaag
Waar komt het geld vandaan?
-

Vorig jaar toen ik samen met Lars verhuisde naar een oud schoolgebouw in Delden ging ik twee dagen per week werken bij de groente-en-fruit-winkel. 5-minuten fietsen en ik was er.
Over de baan-keuze had ik destijds niet heel lang nagedacht. Het basale van groente-en-fruit verkopen sprak mij aan. Bij de kassa hing een A4-tje ‘Medewerker gezocht’. Ik zei dat ik wel geïnteresseerd was. Hij zei dat ik aangenomen was. Wanneer wil je beginnen?

(lees over routineuze dieren: post van donderdag 4 juli 2024)

Mijn conclusie was dat ik het een volgende keer anders zou willen aanpakken.
Dat tijdloze gevoel dat ik onderweg ervoer is mij dierbaar.
In het dinsdag-en-donderdag werkritme gingen mijn gedachtes&gevoelens soms ook lineair bewegen.
‘Ja morgen moet ik weer werken, hetzelfde riedeltje, dit&dat, opruimen hier, klanten daar, middag-pauze, goedemiddag meneer, fijne dag mevrouw, etcetc). Het werk vond ik wèl leuk – wel: mijn hart is er niet speciaal voor op de wereld gezet..
Zou dat de kronkel zijn?
---

De tijdloosheid is dapper & fris
als een oneindigheid
raakt de vrijheid
de golf als hij omslaat
voel je het leven door je aderen stromen
soms wel ruizen
ik steek mijn vlag omhoog
en
ik zing

..

Geld & Tijd
Ze lijken in de bijbanen-wereld sterk verweven.
De bij-banen zijn voor er-bij
Er-bij om het een of ander te financieren
Totdat het moment komt dat de bij weg valt
blijft de baan over.
De baan waar we voor leven, in- leven, of geleefd door worden(?)

-------

Alleen wanneer ik eigen baas zou zijn, lijkt de tijdloze vrijheid e-ven-tu-eel mogelijk.
Of zie ik iets over het hoofd??
~
Anyhow- mijn zoektocht naar een natuurlijk inkomen is begonnen!
De beginneling zoekt werk: wat biedt zich aan?


Tijdloosheid
raak mij aan
omring mij met uw blauwe helderen wateren
hand in hand gaan
ik zal stevig staan
mee-wiegen met de wind
ik ben een windekind!
..

Geen broodjeszaak of winkelmedewerker <_>
Misschien dan toch gewoon die eendagsvlieg-baantjes?
Een weekje werken bij het postsorteercentrum en dan een paar dagen bij het tankstation.
Wat ik wil & wanneer ik wil – zolang de voorraad baantjes strekt!
Ik ben er niet voor op de wereld gezet – denk -ik?
Wel: Een afwisseling van verschillende soorten golven.
Raak ik niet bedolven !

---

Ja, zo kan ik gaan vliegen.
Of, deze route: buiten zijn. Iets kiezen waar ik net als de vogeltjes en de druppeltjes op het gras, onder de blote hemel sta te werken.

Postbode?
Hovenier?
Of als werkster-mier?

Ik kan ook de gemeente vragen om mij te subsidiëren als afval-prikker- onder het kopje ‘kunstproject: maak de wereld mooier’.
Ik lekker buiten, ’t liefst tussen de bomen en het groen.
Mijn gedachtes zijn vrij om met de zwaluwen laag over de weg mee te vliegen of als een mereltje heen en weer te hopsen.
En de gemeente krijgt een opgeruimde schone stad.
Goed idee joh.


---
Zo, ja ideeën genoeg, kwestie van gaan-met-de-banaan & doen.
Zoen.


Morgen draai ik één dagje in het postsorteer-centrum.
Ik heb er zin in - Ik ben benieuwd.

X


Tot ziens.
Een hoge hoed.
Het gaat u goed. 









 Ik reageerde op haar berichtje met een smiley

Zij reageert daarop dat ze het echt meende.

Dat dácht ik ook.
En ik dacht mijn smiley ook te menen.
Maar, blijkbaar communiceerde het gezichtje iets anders dan ik voor ogen had.
In ieder geval in haar ogen, anders zei ze dit niet.

Hij zit op de bank.
Ik vraag hem wat de smiley voor hem betekent.
Nee, hij wilde eerst van mij weten wat het voor mij betekent.
Zo snel kan ik de woorden niet vinden. Ik voel een spanning. Alsof ik kan slagen of zakken voor de test. Ik leg mijn smiley uit met wat er in het berichtje in mij omging. Hij snap het niet.
Hij zegt dat de smiley vooral bekend staat om zijn ongemakkelijkheid en de lach die daar dan uit komt.

Hij zegt nogmaals dat hij niet snapte hoe ik het gebruikt had.
Juist dat triggert mij.
Huh?! Komt het ineens zo nauw? Het was intuïtie waarmee ik de smiley gekozen had en nu moest ik het precies kunnen verantwoorden?

Het gevoel dat ik misschien wel heel stom ben, komt ineens opduiken.
Stom dat ik het niet beter bekeken had.
Stom omdat ik duidelijk iets over het hoofd had gezien.

Ik voelde frustratie naar hem toe.
Waarom maakt hij het ineens zo moeilijk?!
Maar, gaat het daar werkelijk om?
Heus niet, een blauwe golf aan verdriet.
Verdriet over een zelf-oordeel die ik ergens eens ben gaan geloven en die onder de oppervlakte aanwezig bleef. 
Zeg, 
tis niet dat ik wegdreef ..
/
Om dat verdriet niet te hoeven voelen gooi ik er frustratie uit.
Als hekken met prikkeldraad zet ik ze met woorden voor mij neer.
Tot hier en verder niet.
Die blauwe zee zie ik van een afstandje glinsteren...

maandag 12 augustus 2024


De bladeren lachen,

wanneer de mensen zo nadenkend kijken

-  (rode kornoelje)

 

donderdag 8 augustus 2024

Lars fietst voorop.

Een vrouw met haar fiets in de hand spreekt Lars aan.

Hij stopt.
Ik stop ook, achter hem.

 

Ik kan niet helemaal goed horen waar ze met Lars over spreekt. Ik zie dat vooral zij aan het woord is. Ze woont of heeft gewoond in Zweden, hier is het ook mooi/zelfs mooier?, iets over Ritalin en haar kleindochter, dat er zoveel kinderen zijn die medicijnen moeten hebben, dat het slecht zou zijn en dan hoor ik nog meer over medicijnen. Het klinkt mij niet zo interessant in de oren en het lijkt dat de vrouw maar gewoon haar ei in de handen van Lars drukt, zonder werkelijk contact aan te gaan of een antwoord terug te verwachten. Ondanks dat de vrouw mij soms achter Lars door aankijkt, zit ik niet in het gesprek verweven. Met dat besef, houd ik op met luisteren. Mijn aandacht richt ik op het landschap.
De zon schijnt en verwarmt mijn gezicht. Mmm.

 

Ik merk dat Lars door wil fietsen. Hij geeft het aan.
De vrouw zegt Ja, maar praat gewoon verder waar ze gebleven was.

Zo van een afstandje lijkt het wel een robot of een computer die een automatisch programma afspeelt. De robot of computer heeft geen contact met Lars, wil gewoon haar programmaatje afspelen.

 

Het idee van vriendelijk zijn, om te luisteren naar wat iemand te zeggen heeft, zonder dat je werkelijk aanwezig bent en luistert, is al ouderwets- maar in deze situatie zichtbaar achterhaald. Lars kan natuurlijk lief doorluisteren, maar wie helpt hij er mee als hij zichzelf er niet mee helpt? De vrouw die haar verhaal doet? Nee, ook haar niet.. Ze blaat maar wat- gewoon gedachtes die voorbij springen waar ze mee gooit, zonder dialoog. Hij kan er nog wel uren gaan staan. Wie houdt hij voor de gek?!

 

Dat verrekte beleefdheidsidee blijft diep in ons gedrilled te zijn; wanneer puntje-bij-paaltje komt, blijkt het weer moeilijk om je uit het gesprek(ahum, monoloog) te stappen.

Het zou toch niet zo'n gewurm hoeven zijn!

Simpelweg gaat het erom je eigen behoefte aan te geven. Het idee dat je daarin de ander pijn doet, houdt je tegen. Maar wat de ander ervaart, kan je niet sturen, wel hoe je het zelf ervaart.

Lars heeft zich inmiddels bevrijdt. Nadat hij zei dat hij het tijd vond om weer door te fietsen en de vrouw gewoon bleef doorpraten- is hij gewoon op zijn fiets gaan zitten, hand opgestoken en gedag gezegd.


Wanneer ik mij in zo'n situatie bevindt, wacht ik meestal op een stilte tussen de verhalen in. Proef ik die stilte dan moet ik erin springen en vertellen dat het wel tijd voor mij is om te gaan. Soms laten die stiltes lang op zich wachten of worden de stiltes gewoon opgegeten door alweer nieuwe woorden of een plotse versnelling waardoor ik net te laat ben en het zo een half uur, laat staan een uur, verder is.. Enfin- met mijn hoofd in de zon, half-luisterend wat Lars naar zich toe gegooid kreeg, fantaseerde ik mijn mogelijke bevrijdingspoging in zo'n geval.

 

Hier komt 'tie:

 

1. Persoon in kwestie is druk & onophoudbaar aan het praten.

Middenin een zin- onderbreek ik hem/haar met een vraag: 'Hoe heet je?'

 

2. 'Heleen!'

 'Wel.. Allemaal leuk&aardig dat je mij deze verhalen toevertrouwd. Ik merk dat ik eigenlijk maar half aan het luisteren ben en dat ik behoefte heb om gewoon weer lekker door te trappen. Dus, dat ga ik nu doen. Een fijne dag&alle goeds!'

 

Een twee-stappenplan.

Stap 1 ter onderbreking; het wachten op het juiste moment is namelijk zowel energieslurpend als onnodig- beter creeër ik het zelf.

Stap 2 is direct tot actie. Het aangeven van mijn behoefte is een Ja naar mezelf. Het kan door de andere partij mogelijk als een afwijzing voelen, zij het zo-

 

Waterdicht, lijkt me.

Ik kan niet wachten om het de volgende keer uit te proberen en de rust erin te vinden.

 

Ennuh ja, ik zie ook nog complexere gevallen op de loer liggen.

Bijvoorbeeld die keer dat ik achter een kraampje stond en hij langskwam. Het ging eerst over het project, toen over iets anders en langzamerhand bleef het hangen op politiek en begonnen mijn oren ervan dicht te slaan. Ik stond daar achter het kraampje en zou daar blijven staan. Zeggen van Aju Paraplu, ik ga weer, gaat dan niet op. Híj zou dus weer verder moeten gaan. En ja, daar ligt een hoopje ongemak te slapen dat niet wakker gemaakt wil worden.

 

Daar bij het slapende ongemak ligt ook vast de sleutel.

Durf het aan te gaan.

Dan laat de weg zich vast vanzelf zien..


woensdag 7 augustus 2024

Onze fietskarretjes staan even geparkeerd langs het fietspad.
We zitten aan een picknicktafel wat bramen te eten.
Dan valt er een eikel op de tafel. 

Was dat een aanval van de boom?

Moet de tafel nu terugvechten om zijn tafel-territorium te bewaken?!


Pff.. natuurlijk is dat geen aanval! 

Wat haal je je je in je hoofd..

Die boom en de tafel kunnen echt geen ruzie hebben hoor.

De boom doet gewoon zijn ding, namelijk het laten vallen van eikels. 

En de tafel, die staat daar toevallig onder. 

Ze hebben verder niks met elkaar van doen, behalve dat ze in elkaars nabijheid verkeren. 


Waarom denken wij mensen dat het bij ons anders werkt?

Dat wij als tafels wel moeten terugvechten tegen bomen?


Hieronder volgt een flipperdeflapse-tekst die je misschien naar het hoofd stijgt of gewoon rustig naar je tenen. Anyhow. Opgeschreven vanuit een waarnemende overwegende houding.

———————-


Welkom bij:

De kunst van het onpersoonlijke


Wat als we, - of om te beginnen- wat als ik, de dingen niet persoonlijk neem?



Voorbeeld:

Ik zeg dat zijn stropdas scheef zit. 

Hij gooit een rot ei naar mijn hoofd. 

Dit ei heeft niets met mij te maken. 


Voorbeeld:

Hij vindt dat ik er leuk uitzie. 

Hij geeft mij een bosje madeliefjes. 

Deze madeliefjes hebben niks met mij te maken.


Huh, 

Maar jíj zei dat zijn stropdas scheef zit!

En jíj ziet er leuk uit!

Hoezo heeft het dan niets met jou te maken?


De Persoon:

kijk eens, een mens

Wat zie je?


Nou, uh.. ik zie

Een lichaam, met armen, benen, voeten en handen, ogen en oren, nagels en tanden..etcetera etcetera


En wat gebeurt er met dat lichaam?

Dat lichaam dat loopt en rent, huppelt en slentert, roept en fluistert.. etcetera etcetera..


En blijft dat lichaam/de mens blijft die steeds hetzelfde?

Uhh.. nee, het wordt eerst steeds groter, krijgt na verloop van tijd rimpels, soms wordt het wat wijzer, etcetera etcetera 


Dus het lichaam, de mens is steeds aan verandering onderhevig?

Tja, eigenlijk wel ja!


Hoe kan het dan dat we over een vaste persoon spreken?

Bijvoorbeeld over Madelon.

Dan bestaat Madelon toch helemaal niet?!

Enkel het gedachtespinsel dat de naam Madelon heeft bestaat werkelijk.

Bijvoorbeeld. Persoon: Madelon, persoons-beschrijving:

Madelon houdt van voetbal, terrasjes pakken met haar vriendinnen en shoppen.

Piet vindt Madelon een mooi meisje om te zien en geeft haar een bosje madeliefjes. 

Het bosje bloemen heeft werkelijk niets met Madelon te maken in haar wezen. 

Het heeft enkel&alleen iets te maken met het idee wie Madelon is, in dit geval- haar uiterlijk, haar lichaam. (Het altijd-veranderlijke!)

Het bosje madeliefjes komt van een wezen dat de naam Piet kent.

Dit wezen dat de naam Piet draagt heeft in het zien van het wezen Madelon schoonheid ervaren. Schoonheid die dit wezen misschien ook ervaart bij het zien van madeliefjes. 

Piet ervaart schoonheid en zo voltrekt zich de handeling. 


Right.. de personen-wereld.

Tja, het zijn ook deze personen die lijntjes hebben getrokken over de aarde. Dit stukje grond is van mij en dat van jouw. Daar zijn de landen uiteindelijk geboren.

/


Stel, land X gooit een bom op land Y. 

Moet land Y dan maar een bom terug gooien om te laten zien wie de sterkste is?

Wat zou dat communiceren, als we het in woorden zouden zetten?

Iets als: ‘hier heb je ook een bom, zie je eens hoe dat voelt, het doet pijn!’, of: ‘hier een bom, ik ben bang, blijf bij mij vandaan’

-


Waarom ís er oorlog?

Landen zeggen ruzie te hebben. 

De een heeft iets fouts heeft gedaan en dat zal de ander niet in het ongewisse laten. 

Het moet worden gestraft met iets anders fouts. Ter verdediging! 

Zo vliegen foute dingen heen&weer.


Waarom - is - er - oorlog

Er - ís oorlog


wat als elke aanval onpersoonlijk is? 

Dat de aanval in die zin niet bestaat. 

Enkel de aanval naar jezelf. 

Reageer je anders met dat weten?


Kunnen we aanval als onpersoonlijk gaan zien?

Oorlog als onpersoonlijk?

Landen die geweld gebruiken, kunnen we die als mens zien? Een mens die de weg kwijt is?

Iemand die rotte eieren naar mensen gooit, die verkeert echt niet in een vredige staat. Deze persoon lijdt.

Kunnen we de lijdende mens tot ons nemen met liefde?

Kan dat onze verdediging zijn?


“Ho zeg!!

Moeten we Ons dan zomaar overgeven aan die foute boel?!”

“We zullen worden overgenomen… in beslag worden genomen door die terroristen..”


Zou het werkelijk?


Die terroristen zijn ook mensen.

We hebben al-tijd met mensen te maken.

Mensen van vlees en bloed.

Mensen waarvan liefde door de aderen stroomt.

Bij sommigen geblokkeerd is. 

-

Opvoeding, waar je geboren bent, wie je tegenkwam om de hoek van de snackbar..- het maakt dat je nu bent wie je denkt te zijn, naar wie je handelt te zijn.


-


Kunnen we elkaar in de ogen blijven aankijken?


Wanneer iemand eikels wil gooien, gooit iemand eikels.

Diegene kón niet anders. Net zoals de boom niet anders kon. 


Elk moment kunnen we opnieuw kiezen.


De eikel-gooier maar ook jij als ontvanger.

Als de eikel-gooier niet beter weet,

Weet jij het dan?


Als jij de liefde kent

Kies je dan voor haar?